Dag van de Verenigde Naties (24-10-2025)

De Dag van de Verenigde Naties is een jaarlijkse herdenking die de officiële oprichting van de organisatie markeert op 24 oktober 1945.
Het VN Handvest werd getekend door de samenwerkende landen op 26 juni 1945 en werd van kracht op 24 oktober na ratificatie van dat verdrag door de 41 deelnemende lidstaten. Het is dus dit jaar de V.N’s 80ste verjaardag.
Door het promoten van vrede, mensenrechten en sociale vooruitgang, inclusief toegang tot gezondheidszorg en onderwijs, hebben de Verenigde Naties de levensomstandigheden van mensen in de wereld verbeterd.
Samen met de gespecialiseerde Organisatie, zoals FAO, ILO, WHO en UNESCO, heeft de organisatie armoede, honger en ziektes bestreden en verschaft zij humanitaire hulp bij rampen en crises.
De lidstaten van de V.N , nu 193 in getal, hebben zich akkoord verklaart multilateralisme en internationale samenwerking te versterken.
In september 2024, ondertekenden de lidstaten het Verdrag van de Toekomst (voor de V.N.). Het Verdrag beoogt globale samenwerking in de 21ste eeuw te versterken en het vertrouwen te herstellen in multilateralisme, de Verenigde Naties en de V.N. Veiligheidsraad.
Verdragsbepalingen houden samenwerking in met regionale organisaties te stimuleren en volledige deelname te verzekeren van vrouwen, jeugd en marginale groepen in het vredesproces.
Het bevestigt een engagement om internationale rechtspraak te honoreren en conflicten op te lossen door overleg. Het versterkt eveneens de behoefte alle mensenrechten te respecteren.
Het bevat ook een Wereldwijd Digitaal Pact dat oproept een AI (kunstmatige intelligentie) bestuursorgaan op te richten, dat ontwikkelingslanden een plaats aan de onderhandelingstafel geeft.
Wereldleiders moeten nu deze overeenkomsten in concrete strategieën en acties omzetten die een betekenisvol verschil gaan maken in het leven van de wereldbevolking.
Op het einde van WO II waren de overwinnaars zo uitgeput en murw van alle opofferingen en ellende dat ze het voornemen namen nooit geen oorlog meer toe te laten. Het voorstel daar een einde aan te maken via de oprichting van de Verenigde Naties kwam van de Amerikaanse president Roosevelt.
Kort na het einde van de oorlog in Europa werd een conferentie bij elkaar geroepen die op 25 april in San Francisco haar werk begon. Er waren zo’n 40 deelnemers, waar ook Nederland bij hoorde. Dit was een ingewikkelde conferentie waar de overwinaars zeker stelden dat zij de macht in handen hielden door zich het vetorecht in het belangrijkste orgaan, de Veiligheidsraad, toe te kennen (d.w.z. de V.S, Rusland, Verenigd Koninkrijk, China en Frankrijk. Op 26 juni werd het Handvest van de Verenigde Naties door alle deelnemers (plus Polen) ondertekend.
In die dagen was er groot enthousiasme voor de V.N. De organisatie zou de beschikking krijgen over het grootste militaire apparaat ter wereld, zodat welke oorlogshaard dan ook door de V.N. geneutraliseerd kon worden. Helaas waren er al snel twee ongunstige ontwikkelingen, de eerste, de atoombombardementen op Japan en de tweede, het ontstaan van de Koude Oorlog tussen aan de ene kant de V.S. (later de NAVO) en aan de andere kant de Sovjet Unie (later het Warschau Pact).
De Koude Oorlog hinderde sterk de uitoefening van de rol van de V.N. op het gebied van vrede en militaire samenwerking. Het functioneren van de Veiligheidsraad werd verlamd door voortdurende veto’s van de ene of de andere supermacht. Dat duurde zelfs tot 1990, het moment dat de Sovjet Unie werd opgesplitst. Niettemin waren er lange tijd rond de honderdduizend vredestroepen van de V.N., in posities op diverse brandpunten. Ook op andere manieren, zoals preventieve diplomatie, heeft de V.N. sterk bijgedragen aan het voorkomen van WO III.
Het werk van de V.N op het gebied van ontwikkeling, en dat in samenwerking met een vijftiental Gespecialiseerde Organisaties (b.v. FAO, ILO,UNESCO, ILO) ontwikkelde zich wel voorspoedig, in dien mate dat er jaarlijks tientallen miljarden dollars aan ontwikkelingshulp worden besteed.

Ook de derde functie van de V.N., mensenrechten, maakte gestage voortgang, maar de Koude oorlog leverde in het begin vertraging op. Niettemin zijn er tientallenverdragen over Vluchtelingen, Foltering, Vrouwenemancipatie, etc. opgesteld die belangrijke invloed uitoefenen.
Ieder weldenkend mens weet dat problemen worden opgelost en resultaten worden geboekt door samenwerking. De V.N. heeft bewezen daar als multilaterale organisatie op wereldniveau uitermate geschikt voor te zijn. Dat vinden nog zo ongeveer alle lidstaten, behalve de V.S. President Trump die niets van een multilaterale aanpak wil weten en vooral denkt in termen van ‘America First’.
Hij heeft zijn land teruggetrokken uit de WHO, UNESCO en de Raad voor de Mensenrechten. Hij maakt het de V.N ook op andere manieren lastig, vooral door het niet betalen van verplichte contributies. Die zijn belangrijk omdat de V.S. in principe 22 % van de reguliere kosten van de V.N. betaalt, zelfs 25 % voor vredestroepen.
Het budget voor de organisatie wordt dus sterk gereduceerd, afdelingen gaan verhuizen naar minder dure landen en een aanzienlijk aantal VN ambtenaren wordt ontslagen.
Er is een gerede kans dat deze problemen van tijdelijke aard zijn, d.w.z. zolang Trump en de zijnen aan de macht zijn en het multilateralisme afwijzen. Met zijn unilaterale aanpak doen de V.S. zichzelf veel schade, want traditioneel heeft het land veel voordelen uit de V.N. weten te halen.
De wereld heeft sterk behoefte aan een gezamenlijke aanpak van grensoverschrijdende en wereldwijde problemen, getuige ook de belangrijke rol van een vijftiental Gespecialiseerde V.N. organisaties zoals FAO en ILO.
Kortom als de V.N. niet bestond, zou ze uitgevonden moeten worden.
24 oktober is de 80ste verjaardag van de Verenigde Naties. Laten we ondanks de zorgen die we over haar gezondheid hebben, positief zijn en blijven streven naar vrede, ontwikkeling en bloei van de mensenrechten. We kunnen al een steentje bijdragen door in onze eigen omgeving de principes van vreedzaamheid, solidariteit en rechtvaardigheid na te streven.

Internationale Dag tegen Armoede (17-10-2025)

17 oktober is de Internationale Dag voor de Uitroeiing van Armoede, een dag uitgeroepen door de Verenigde Naties om bewustzijn te stimuleren over de wereldwijde onderwerpen van armoede.
Quote
Het uitroeien van armoede is geen taak van liefdadigheid, het is een daad van rechtvaardigheid. Net als Slavernij en Apartheid, is armoede niet natuurlijk. Het is man-made en het kan overwonnen en uitgeroeid worden door menselijke acties.
V.N. rapport
Met armoede heb je niet genoeg geld om in je basisbehoeften te voorzien, zoals voedsel, kleding en onderdak.
Armoede wordt geassocieerd met een serie gezondheidsrisico’s, met inbegrip van vergrote kansen op hartziektes, diabetes, hoge bloeddruk, kanker, kindersterfte, geestelijke aandoeningen, ondervoeding, lood vergiftiging, astma en gebitsproblemen.
Volwassenen die in armoede leven hebben een hoger risico van slechte gezondheid zoals overgewicht, roken, misbruik van verdovende middelen en chronische stress. Tenslotte ervaren oudere volwassenen met lagere inkomens hogere aantallen handicaps en overlijdens. Deze factoren versterken elkaar, waardoor mensen gevangen raken in een cyclus van ontbering en hun vermogen om uit armoede te breken zonder externe interventies en ondersteuning, wordt belemmerd.
Dit komt vaak door een onzeker arbeidscontract, slecht betaalde baan, of het risico op onveilige en ongezonde arbeidsomstandigheden. Andersom is het ook zo: armoede heeft invloed op de mogelijkheid om werk te vinden.
Op basis van onderzoek in de Veenkoloniën concludeert de Rijksuniversiteit Groningen dat de kans groot is dat armoede van generatie op generatie wordt doorgegeven.
Feiten over armoede
Bijna 700 miljoen mensen wereldwijd leven nu in extreme armoede (minder dan $ 2.15 per dag), vergeleken met 1.867 miljoen mensen in 1990. Bijna de helft van de wereldbevolking leeft van minder dan $ 6.85 per dag, wat een kleine stap verwijderd is van ontberingen. Economische groei van ontwikkelingslanden is opmerkelijk geweest sinds 2000, sneller dan die van ontwikkelde landen.
Economische groei heeft vermindering van armoede en verbetering in levenstandaarden gebracht. Vooruitgang is eveneens geboekt in het scheppen van werkgelegenheid, vrouwenemancipatie, onderwijs en gezondheidszorg, maatregelen voor sociale bescherming, landbouw en plattelandsontwikkeling en het aanpassen aan, en verzachten van, klimaatveranderingen.
Armoede is dynamisch: gezinnen gaan er vaak in en uit, veel ontsnappingen zijn tijdelijk en het beschermen van mensen om in armoede te vervallen is even belangrijk als ze eruit halen.
Ongeveer 1.1 miljard mensen hebben met acute veelvormige armoede te maken, waarbij ze getroffen worden door overlappende ontberingen in gezondheid, onderwijs en levensstandaard. Verschillen binnen een land kunnen groter zijn dan tussen landen.
Scherpe klimaatveranderingen raken de armen het hardst; de armste helft van de wereld maakt maar een kleine bijdrage aan CO2 emissies maar draagt een groot deel van de verliezen aan inkomsten van klimaat-gerelateerde risico’s.
In feite delven armen in het algemeen vaak het onderspit omdat ze de politieke macht missen dat te veranderen . De rijken zoeken hun voordeel vaak ten koste van de armen.
Conflicten verscherpen armoede: het aandeel van mensen in extreme armoede dat leeft in fragiele en conflict gebieden is sterk toegenomen en grote aantallen mensen worden regelmatig blootgesteld aan geweld en instabiliteit.
Wereldwijd leven kinderen waarschijnlijk vaker in armoede dan volwassenen. Ze zijn ook kwetsbaarder voor de gevolgen ervan. Kinderen kunnen armoede meemaken op meerdere manieren – beroofd van onderdak, voedsel, water, onderwijs of gezondheidszorg. Opgroeien zonder deze essentiële voorzieningen is een aantasting van de rechten van het Kind, en de gevolgen ervan kunnen een leven lang voortduren.
De grote meerderheid van armen bevindt zich in Afrikaanse landen: Zuid Soedan, Burundi, Centraal Afrikaanse Republiek en Democratische Republiek Congo (DRC), maar ook Niger en Rwanda.
In 2021 liepen 95,6 miljoen inwoners van de 27 lidstaten van de Europese Unie een risico op armoede of sociale uitsluiting. Dit komt neer op 21,7 procent van de bevolking in de EU-27.

Nederland
Toen het huidige Nederlandse kabinet begon, had 6,1% van de mensen een inkomen onder de armoedegrens. In 2024 zou dit percentage dalen naar 4,7%.
Rotterdam had het hoogste aandeel aan arme inwoners (10,9%), direct gevolgd door Amsterdam (10,5%) en Den Haag (10,3%). Deze hoge percentages hangen samen met de bevolkingssamenstelling in deze drie steden.
Om de doelstelling van het kabinet te halen, moet het armoedecijfer dalen naar 3,15% in 2030.
Kerncijfers Nederland 2023
• Aantal mensen met risico op armoede: 1,2 miljoen, met een inkomen net boven de armoedegrens en weinig tot geen financiële buffer
• Aantal kinderen in armoede: 115.000 (3,6%)
• Langdurige armoede: 1 op de 3 mensen in armoede was langdurig arm (minstens drie jaar achter elkaar)
• Armoedegrens: Voor een alleenstaande lag deze in 2023 gemiddeld op € 1.510 per maand (exclusief de financiële buffer). De standaard voor de hele wereld geeft rond $ 65 (30 x 2.15) aan, een enorm verschil!
• Eenoudergezinnen lopen het hoogste risico op armoede. Vervolgens mensen met een migratieachtergrond, bijstandsontvangers en alleenstaanden onder de 65 jaar.
1,8% van de werkende bevolking leeft in armoede. Zelfstandigen hebben een relatief hoog armoederisico.
• Daling armoede: Tussen 2018 en 2023 is de armoede sterk gedaald door maatregelen zoals de stijging van het minimumloon, lagere werkloosheid, loonstijgingen, coronasteun en energie- en koopkrachtmaatregelen.
• Toename armoede-intensiteit: Hoewel het aantal mensen dat onder de armoedegrens leeft daalde, nam de armoede-intensiteit toe. Dit komt doordat de groep met een inkomen ver beneden de armoedegrens niet significant kleiner werd, terwijl mensen met een laag inkomen (maar net boven de armoedegrens) vaker uit de armoede kwamen.
Armoede is geen persoonlijke mislukking – het is mislukking van het systeem, de ontkenning van waardigheid en mensenrechten.
Antonio Guterres, Secretaris-Generaal van de V.N.

World Mental Health Day (10-10-2025)

De Wereld Mentale Gezondheidsdag is een internationale Dag voor opleiding in, bewustzijn van en pleitbezorging tegen sociaal stigma van, globale mentale gezondheid
Het thema van dit jaar is mentale gezondheidsdiensten makkelijker bereikbaar te maken, in het bijzonder in onderbezette gebieden en gedurende wijdverspreide crises. Conflicten, rampen en gezondheidscrises heffen een zware tol op mentale gezondheid. Geschat wordt dat ongeveer één op de vijf mensen in conflictgebieden een mentale aandoening heeft. Angst, bekommernis en droefenis zijn een normale reactie op sterk stressvolle gebeurtenissen. Gedurende crises, ervaart bijna iedereen angst en sociale verwarring. Huizen raken verloren, gezinnen ondervinden scheiding en gemeenschappen zijn ontworteld. Deze ervaringen blijven nog lang hangen nadat fysieke veiligheid hersteld is, wat herstel en veerkracht negatief beïnvloedt.
Migranten en vluchtelingen hebben te maken met talrijke frustraties gedurende hun verplaatsing. Tegen het einde van 2024 waren er wereldwijd 123 miljoen mensen gewelddadig verplaatst. 71 % waren opgevangen in lage en midden-inkomenslanden, waar gezondheidssystemen al onder druk staan. Onder deze omstandigheden, is toegang tot mentale hulpdiensten ernstig beperkt.
De behoeften van mentale gezondheid zijn groot, terwijl de antwoorden daarop onvoldoende zijn. Meer dan een miljard mensen wereldwijd leven met een mentale aandoening. De prevalentie van de diverse mentale aandoeningen varieert met het geslacht, waarbij vrouwen het meest worden getroffen. Bij zowel mannen als vrouwen zijn angst- en depressieve stoornissen het meest voorkomend. Bipolaire stoornis, ook wel manische depressie genoemd, is een hersenaandoening die ongebruikelijke verschuivingen veroorzaakt in stemming, energie, activiteitsniveau en het vermogen om dagelijkse taken uit te voeren.
Zelfmoord treft mensen in alle landen en is een belangrijke doodsoorzaak onder jonge mensen. Wereldwijd is zelfmoord verantwoordelijk voor meer dan één op de honderd doden. Voor iedere dood zijn er twintig zelfmoordpogingen.
Mentale stoornissen zijn verantwoordelijk voor één op de twintig levensjaren van de wereldbevolking. Depressieve en angststoornissen zijn grote veroorzakers van dit verlies in alle leeftijdsgroepen (uitgezonderd 0 – 5 jaar), vooral in de categorie 15 – 29 jaar. Schizofrenie en manische depressie, die respectievelijk één op de 200 en één op de 150 volwassenen raken, zijn een grote zorg. Schizofrenie in zijn acute vorm is de meest schadelijke van alle mentale gezondsheids-aandoeningen. Mensen met schizofrenie sterven gemiddeld negen jaar eerder dan de bevolking in het algemeen, vaak door te voorkomen niet-besmettelijke ziekten. Mensen met manische depressie sterven gemiddeld dertien jaar eerder.
De economische gevolgen van mentale aandoeningen zijn enorm. Verliezen aan productiviteit en andere indirecte kosten voor de maatschappij zijn veel groter dan de kosten voor gezondheidszorg. De jaarlijkse wereldwijde productiviteitsverliezen voor schizofrenie (het meest kostbare) en manische depressie zijn geschat in de orde van één biljoen dollar te zijn.
Mensen met mentale gezondheidsaandoeningen komen medisch ernstig tekort, vooral in arme landen.
Gemiddeld besteden landen slechts 2 % van hun gezondheidsbudget aan mentale gezondheid. Meer dan de helft van de uitgaven voor mentale gezondheid gaat naar psychiatrische ziekenhuizen. In arme landen zijn er weinig meer dan één mentale gezondheidswerker per 100.000 mensen, vergeleken met meer dan 60 in rijke landen. Twee derden van de landen heeft slechts één psychiater om 200.000 of meer mensen te bedienen.
De meeste mensen met mentale aandoeningen krijgen geen formele mentale zorg. In alle landen zijn er gaten in de zorgdekking, nog verscherpt door tekorten in de kwaliteit van de zorg .
Inclusieve ondersteuning moet kinderen, ouderen, mensen met een handicap, vluchtelingen en mensen met voorafgaande mentale gezondheidsaandoeningen, inclusief die geplaatst zijn in instellingen, omvatten.
Nederland: Psychische aandoeningen in de algemene bevolking
Bijna de helft (48%) van de volwassenen in Nederland (18-75 jaar) heeft ooit in het leven één of meerdere psychische aandoeningen gehad. Stemming- en angststoornissen komen allebei bij ruim een kwart van de volwassenen voor. Middelenstoornissen komen minder vaak voor, 17% van de volwassenen krijgt hier ooit in z’n leven mee te maken.
In de afgelopen 12 maanden had ongeveer een op de vier volwassenen één of meerdere psychische aandoeningen. Dit komt overeen met bijna 3,3 miljoen volwassen Nederlanders van 18-75 jaar. Angst- en depressieve stoornissen komen het vaakst voor, respectievelijk bij 15 en 9 % van volwassenen).
Vrouwen krijgen in hun leven vaker één of meerdere psychische aandoeningen dan mannen. Er zijn duidelijke verschillen tussen hoofdgroepen van aandoeningen: vrouwen hebben vaker een stemming- of angststoornis, terwijl mannen vaker een middelenstoornis hebben. Ook hebben mannen vaker ADHD.
Over de afgelopen 12 maanden geldt in het algemeen: hoe ouder hoe kleiner de kans op één of meer psychische aandoeningen. Dit geldt voor de stemming-, angst- en middelenstoornissen.
Het percentage volwassen Nederlanders (18-64 jaar) met een psychische aandoening is in de afgelopen 12 jaar fors toegenomen, namelijk van 17% in 2007-2009 naar ruim een kwart (26%) in 2019-2022 . De toename is goed zichtbaar bij stemming- en angststoornissen. Zo had in 2007-2009 6% een stemmingsstoornis, in 2019-2022 was dit bijna verdubbeld naar 11%.
Voor individuen kan het uitdagend zijn het mentale zorgsysteem te gebruiken vanwege de gereguleerde marktwerking dat bureaucratische complexiteit veroorzaakt en sociale zorg scheidt van gezondheidszorg.
De ontwikkeling van een duurzaam mentaal zorgsysteem heeft onvoldoende aandacht gehad en wordt nog steeds onvoldoende onderzocht. Lange wachtlijsten, een alarmerende toename in mentale aandoeningen bij jonge mensen, onvoldoende toegang tot zorg voor degenen met de hoogste noden, onveilige omgevingen voor mentale zieken, afhankelijkheid van een individuele en gemedicaliseerde aanpak met toename in het gebruik van psychotropische medicatie en gespecialiseerde psychotherapeutische interventies die zeldzaam en ongelijk verspreid, behoren tot de meest nijpende problemen.
De huidige status van mentale gezondheidszorg in Nederland en andere rijke landen wordt gekenmerkt door een hele serie uitdagingen, met inbegrip van fragmentatie, toegang tot diensten en een nauwe gerichtheid op individuele symptoombestrijding. Om deze uitdagingen aan te pakken is het nodig om een collectieve en geïntegreerde aanpak van mentale gezondheidszorg op te zetten, die de wijdere sociale, culturele en existentiële context van mentale aandoeningen omvat. Het Ecosysteem Mentale Gezondheid (afgekort GEM) is een experimenteel proces dat een dergelijke aanpak voorstelt met de nadruk op het versterken van de rol van patiënten en het promoten van samenwerking tussen de diverse verschaffers van gezondheidsdiensten, organisaties voor sociale zorg en van peer-ondersteuningsgroepen.

