Blog<22-02-2021

Wat wel en wat niet te zeggen (Gracián)

                                                      Wat u wel en niet moet zeggen in de omgang met anderen.

Hieruit blijkt uw gehalte als mens. Geen menselijke activiteit vergt meer behoedzaamheid, omdat zij de meest alledaagse is. Van uw woorden hangt af of u mislukt of slaagt.
Als voor het schrijven van een brief – een geconcentreerd gesprek op papier – al behoedzaamheid is vereist, hoeveel te meer voor het voeren van een gewoon gesprek, waarbij uw verstand zonder voorbereiding op de proef wordt gesteld.
Sommige mensen menen dat de kunst van het gesprek bestaat uit ongekunsteldheid, en dat het los en ongedwongen moet zijn, als kleding. Dit geldt ongetwijfeld voor de omgang met goede vrienden. Als het echter om een formeel gesprek gaat, moet het meer inhoud hebben, als blijk van de degelijkheid van degene die spreekt. Om zo’n gesprek goed te voeren moet men zich aanpassen aan het karakter en de intelligentie van de anderen. Wij mogen niet de indruk wekken hun wijze van spreken te kritiseren, teneinde niet als betweter over te komen, en zeker niet suggereren dat wij hun opvattingen veroordelen, want dan zal men ons mijden en verstoten. Terughoudendheid bij het spreken is belangrijker dan uitvoerigheid.

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Spirituele compassie

lichamelijke werken van barmhartigheid

Culturen raken uit de mode en worden aangepast of vervangen; verandering is een constante in onze geschiedenis. We merken dat duidelijk bij de verandering in geloofsbeleving in Nederland. Los van de maatschappelijke ontwikkelingen die de Kerk hier indertijd gestimuleerd heeft, zoals zorg voor de armen en zieken, zijn er ook talrijke geloofspraktijken geweest waar individuele personen, gezinnen en groepen baat bij hebben gehad. We zijn tegenwoordig sterk geïnteresseerd in meditatie en mindfulness. De vraag is of het persoonlijke, vroegere bidden niet ongeveer dezelfde functie had. We stonden toen ook op met het maken van goede voornemens via het ochtendgebed, we begonnen en eindigden maaltijden met een gezamenlijke dankgebed en in het katholieke geloof was het de gewoonte je gedrag periodiek op grote of kleine misstappen te controleren, daarvoor vergeving te vragen en met een schoon geweten weer verder te gaan. Er waren ook talrijke voorbeeldfiguren, die ons nu minder of niet meer aanspreken, de heiligen.
Er waren ook middellange termijn activiteiten. Zoals bezinningsdagen, -weekenden en bedevaarten, die tevens een sociale functie vervulden. En de deugden van hoop, geloof (overtuiging) en liefde (voor de naaste) waren in zwang. Die doen ook nu, in een geseculariseerde vorm, opgeld. Compassie of mededogen was een sterk gepromote vorm van naastenliefde, die in de huidige tijd veel aandacht heeft gekregen ( bijvoorbeeld ‘Compassion beweging’ van Armstrong).


Het is misschien boeiend de vroegere ‘werken van lichamelijke barmhartigheid te memoreren: hongerigen te eten geven, dorstigen te drinken geven, vreemdelingen opnemen, naakten kleden, zieken bezoeken, gevangenen verlossing brengen en doden begraven. Het laatste was vroeger een gemeenschapsdienst omdat er regelmatig epidemieën uitbraken met veel slachtoffers, die geen passende begrafenis kregen. We kunnen het ons dat nu beter voorstellen met de gevolgen van de corona-epidemie in Bergamo (Italië) en overvolle ziekenhuizen en talloze slachtoffers in Engeland en de Verenigde Staten.
Er was nog een andere serie van compassie-activiteiten, van geestelijke aard en die in moderne termen verwoord kunnen worden (tussen haakjes). Het zijn de volgende zeven:

  • zondaars vermanen (anderen aanspreken). Anderen aanspreken op onoorbaar gedrag, zoals bij hondenpoep, openbare discriminatie, vernielingen, etc.;
  • Onwetenden onderwijzen (constructief en educatief communiceren). Daar zijn officiële instanties voor, vooral (Hoge)scholen, universiteiten en vormingscentra. Maar we doen er goed aan onze familieleden, vrienden en medeburgers bij gelegenheid educatief te entertainen;
  • Goede raad geven (persoonlijk advies en coachen). Het initiatief nemen om, als daar ruimte voor is, anderen constructief advies te geven op professioneel, maatschappelijk of persoonlijk terrein;
  • Bedroefden troosten (empathie en compassie tonen). Wanneer anderen, ook vreemden, een hartelijk woord of goed advies nodig hebben;
  • Onrecht verdragen (verdraagzaam zijn). Dit spreekt waarschijnlijk minder of niet aan, want we streven allen naar rechtvaardigheid, vooral voor onszelf, en vaak ook voor anderen. Er kunnen zich situaties in persoonlijke relaties, het gezin of op het werk voordoen waar een bepaalde mate of duur van onrecht gedogen, betere algemene resultaten geeft dan openlijke strijd;
  • Beledigingen vergeven. Wordt in professionele kringen als positief gezien. Degene die vergeeft krijgt bevrijding van negatieve gevoelens en voorkomt haat- en wrokgevoelens bij zichzelf.
  • Voor anderen bidden (attenties). In de geloofsbeleving was dat een vorm van serieuze aandacht en goodwill voor de ander. Tegenwoordig zou je een aardige digitale boodschap kunnen sturen of een telefoontje plegen.
    We hoeven niet terug naar vroegere, uit de mode geraakte vormen van activiteiten, maar de vroegere ‘lichamelijke’ en ‘geestelijke werken van barmhartigheid’ hebben moderne tegenhangers. Ze zijn duurzaam en in een nieuw jasje kunnen we ons en anderen er goed mee doen!

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Capitool en Burgerschap

                                 
Capitool 6 januari

Wat een droevige vertoning bij het Capitool in Washington gisteren, waarbij de hoogste democratische instellingen werden aangevallen door Trump-getrouwen. Een onterende vertoning, geïnstigeerd door hun democratisch gekozen, maar niet rechtschapen idool.
De Verenigde Staten hebben een sterke democratische traditie en de diverse politieke en belangengroepen strijden keihard voor hun belangen. Er wordt bijvoorbeeld vaak deur aan deur ‘gecolporteerd’ voor kandidaten en, zoals in het wel wat uitzonderlijke geval van de Senaatsverkiezingen in Georgia, worden honderden miljoenen dollars uitgegeven voor publiciteit. Dit is ondenkbaar in ons land. De tegenstellingen in de V.S. tussen de Republikeinen en de Democraten zijn sterk op de spits gedreven en zijn schadelijk geworden voor het land en zijn bewoners.
De afgelopen vier jaren onder President Trump zijn rampzalig geweest. Joe Biden en zijn nieuwe team zullen ongetwijfeld een verademing vormen door meer beschaving, consideratie en rechtvaardigheid in hun beleid op te nemen. Gebleken is dat democratie een kwetsbaar instituut is. Het moet aan veel voorwaarden voldoen om effectief te zijn en er wordt op allerlei manieren geprobeerd ervan te profiteren of het te omzeilen. Zoals Churchill zei, is democratie de slechtst mogelijke regeringsvorm, behalve al de andere. Door de verkiezing van Joe Biden en de senatoren Raphael Warnock en Jon Ossoff in Georgia heeft de democratische rechtsstaat in de V.S. zich danig hersteld en kunnen we weer een paar jaar rustiger ademen.
Maar hoe voorkom je een herhaling van malafide Trump praktijken en de dreiging van een binnenlandse revolutie? Goede democratie is meer dan verkiezingen en parlementszetels. De maatschappij dient ook rechtvaardig te zijn, een adequaat inkomen te verschaffen voor iedereen zonder grote inkomensverschillen en dient goede sociale voorzieningen te hebben. Amerika staat er op deze punten minder goed voor; er is veel armoede en een grote mate van ontevredenheid. Maar ook in ons land is niet alles koek en ei, zoals mag blijken uit de aanhang van populistische politieke partijen. Een van de vele voorwaarden voor een gezonde democratie is verantwoord burgerschap, met waardig gedrag, anders dan bij het Capitool. Waardig en verantwoord burgerschap kan op diverse manieren gevormd worden. Een belangrijke bijdrage daarin levert burgerschapsvorming op school, waarbij democratische beginselen en instituties worden uiteengezet en verdraagzaamheid, respect en rechtvaardigheid worden gepromoot. Leerlingen moeten leren onafhankelijk te denken en te realiseren dat ze een, potentieel actief, onderdeel van een gevarieerd, lokaal, nationaal en internationaal collectief zijn, met alle rechten en plichten daaraan verbonden.


De pas aangenomen Wet op de Burgerschapsvorming zal een stootje in de goede richting betekenen.

burgerschap moet je leren

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Naar een deugdzaam 2021

Het was me, om zo te zeggen, het jaartje wel, voor de deugd-ambitieuzen. Zoals gewoonlijk was er volop gelegenheid om de deugden in het algemeen te beoefenen om de status van gelukzaligheid te bereiken die de Griekse Vader van de Deugden, Aristoteles, ons altijd voorschotelde.
Naast deze algemene deugdbeoefening gaven gebeurtenissen in het afgelopen jaar aanleiding om sommige deugden speciaal op de proef te stellen. Eén van die gebeurtenissen is de corona-epidemie. Na 75 jaar praktisch ononderbroken ontwikkeling en vrijheid, kregen we met deze koude corona-douche te maken. Het normaal sprankelende sociale leven werd half lam gelegd en in plaats van onze naasten te omhelzen, moest er afstand gehouden worden. Dat was wel even wennen!

Corona heeft bij velen de deugd bescheidenheid geactiveerd, want we realiseren ons plotsklaps dat de wereld niet alleen door ons maakbaar is. Andere corona-relevante deugden zijn empathie en mededogen voor de zieken en voor degenen die naasten door de pandemie verloren hebben. De medische en zorgdiensten hebben door hun onvermoeibare inzet de sterke kanten van plichts-en verantwoordelijkheidsbesef aangescherpt. En daarbij, bravo, grote moed getoond!
Wereldwijd gezien heeft corona, zelfbeperking en discipline op de proef gesteld. Een hoge graad van beide heeft in Aziatische landen goede diensten bewezen. In het westen is die zelfdiscipline aanzienlijk minder en blijven we, ondanks waarschuwingen en negatieve gevolgen, vaak prioriteit geven aan vrijheid.

Niet iedereen is er bescheidener op geworden; doorgewinterde narcisten, aan het roer in een aantal westerse landen, lieten zich minder aan corona en het welzijn van hun bevolking gelegen liggen. Gelukkig dat het medicijn democratie, hoe gebrekkig in het algemeen ook, er in bepaalde gevallen een einde aan heeft gemaakt. Verbazingwekkend daarbij dat overtuigd religieuzen zoals de Evangelicals in de V.S. eerder de kant van het narcisme kozen dan die van maatschappelijke rechtvaardigheid. De Bijbel schrijft het anders voor. De verkiezing was een dubbeltje op zijn kant. Wat een opluchting!


Brexit heeft ook een hoop beschadigd. Pathetische gevoelens over vroegere grootheid, hebben hoogmoed gepromoot en worden nu georkestreerd door een clown-politicus, met grote schade aan internationale solidariteit en welvaart.


Welke deugden gaan we in 2021 benadrukken?


We hebben allereerst respect en solidariteit nodig, tussen bevolkingsgroepen, tussen oost en west en zuid, tussen rassen en minderheden, tussen mannen en vrouwen. En vrede die we koesteren is alleen maar duurzaam als er rechtvaardigheid en een betere inkomensverdeling komt. Rechtvaardigheid ook voor de Palestijnen die door een apartheidsregime in Israël steeds afgeknepen worden. Urgent is ook dat de rijke landen nu solidariteit betonen met de arme landen in het oplossen van de corona-crisis.


Er is goede hoop dat constructieve, wijze stemmen de overhand gaan hebben in het komende jaar. Biden om mee te beginnen op 20 januari, moreel gesteund door onder meer de invloedrijke stemmen van Antonio Guterres aan het hoofd van het VN-Secretariaat, de Paus aan het hoofd van het Vaticaan en Mutti Merkel in het invloedrijkste West-Europese land. Er is hoop met zo’n veelbelovend informeel team!

De deugden van solidariteit, samenwerking en vrede hebben we nodig om corona uit te schakelen, wereld en nationale armoede te bestrijden, grotere rechtvaardigheid te realiseren, technologische en ethische vooruitgang te bewerkstelligen en de klimaatverslechtering een halt toe te roepen.

‘Zwaarden omsmeden tot ploegscharen’

Met deze waarden en deugden hopen we 2021 in te gaan, evenals met het vaste geloof dat we deze ambities met sterkere deugdbeoefening kunnen helpen tot stand te brengen.
Nu we de deugden hoop en geloof genoemd hebben, willen we ook de derde christelijke deugd, die van de liefde noemen, de allergrootste van de deugden.

                                                                    ‘Liefde is de schoonheid van de ziel’
                                                                                   
                                                                                                    Sint Augustinus
Vredesduiven op aarde. (quilt Ryan)

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Niet altijd met tegenwerpingen komen (Gracián)



Door stelselmatige tegenspraak krijgen wij de naam dwaas en onaangenaam te zijn. Ons gezond verstand moet ons voor die zucht behoeden. Het kan weliswaar van vindingrijkheid getuigen overal bezwaren tegen te ontdekken, maar wie dit aanhoudend doet, toont dat het hem aan verstand ontbreekt. Zulke mensen maken van het prettigste gesprek een kleine oorlog, en zijn daardoor meer de vijanden van hun vrienden dan van de buitenwereld. In de zachtste hapjes voelt men het best de graat die erin steekt; dezelfde uitwerking heeft tegenspraak tijdens genoeglijke gesprekken. Dergelijke mensen zijn schadelijke dwazen, die grofheid aan domheid paren.

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Kwetsbaarheid

                  

Brené Brown schreef een interessant boek over kwetsbaarheid:


’Daring Greatly. How the Courage to’ be Vulnerable Transforms the Way We Live, Love, Parent and Lead’ (Penguin Books, 2015)

In haar Voorwoord zegt de auteur dat kwetsbaarheid geen zwakte is en dat onze bereidheid ons kwetsbaarheid eigen te maken en ermee om te gaan, de omvang van onze moed en de helderheid van onze doelen bepaalt. Volwaardige personen, zo beweert ze, wenden kwetsbaarheid aan als de katalysator voor moed, mededogen en verbondenheid.
In haar boek geeft Brown aan dat we in een cultuur van vermeende tekortkomingen leven, zoals tekort aan geld, tijd, schoonheid en liefde. Deze inwendige beleving van tekorten is de kern-oorzaak van onze afgunst, inhaligheid, vooroordelen en levensproblemen
De perceptie dat kwetsbaarheid zwakte betekent, is een van de meest wijdverspreide mythes. Kwetsbaarheid is niet goed of slecht. Kwetsbaarheid is de basis van ons gevoelsleven, de oorsprong van liefde, erbij horen, vreugde, moed, empathie, aansprakelijkheid en authenticiteit. Er is geen intimiteit zonder kwetsbaarheid.
Kwetsbaarheid is een grote uitdaging in het leven; het betekent onzekerheid, risico’s en emotionele blootstelling. Het is gebaseerd op wederkerigheid en vraagt grenzen stellen en vertrouwen. Kwetsbaarheid gaat door voor moed in de ander en voor onvolkomenheid in jezelf. Het resultaat van wederkerig respectvolle kwetsbaarheid is sterkere verbondenheid, vertrouwen en engagement. Kwetsbaarheid werkt aanstekelijk, net als moed.
We hebben allemaal, in meerdere of mindere mate, last van schaamte. Het wordt veroorzaakt door een gevoel van onwaardigheid van de totale persoon. Schaamte-resistentie is de manier om onze kwetsbaarheid te omhelzen. Als je schaamte kunt verminderen of elimineren wordt je eigenwaarde vergroot. Dan zijn we beter in staat om moedig te zijn en talenten en gaven met anderen te delen. Schaamte houdt ons klein, rancuneus en angstig. Schaamte ontleent zijn macht door niet bespreekbaar te zijn.
De definitie van schaamte die Brown geeft is dat het een intens pijnlijk gevoel of pijnlijke ervaring is die ons het gevoel geeft dat we tekort schieten en daarom niet verdienen gewaardeerd te worden en erbij te horen.
Schaamte-resistentie houdt in het zich bewegen van schaamte naar empathie, het ware tegengif tegen schaamte. De vier elementen van schaamte-resistentie zijn volgens Brown

  • schaamte herkennen en begrijpen waar het vandaan komt;
  • kritisch bewustzijn van omstandigheden en gebeurtenissen;
  • sociale aanspraak;
  • schaamte openlijk bespreken.
schaamte

Mannen en vrouwen worden in gelijke mate getroffen door schaamte; de voornaamste oorzaak is daarbij voor vrouwen allereerst hun uiterlijk en op de tweede plaats moederschap. Vrouwen worden verondersteld perfect te zijn. Bij mannen is de reden vooral stoer en flink zijn. De twee typische reacties van mannen bij schaamte zijn afzondering en kwaad worden.
De drie belangrijkste ‘vijanden’ van kwetsbaarheid zijn:

  • Vreugde-ontkenning, de paradoxale angst die kortstondige, vaak toekomstige vreugdes, teniet doet. Dankbaarheid is het beste tegengif;
  • Perfectionisme, het geloof dat als je alles perfect doet, je je nooit hoeft te schamen. Perfectionisme is anders dan zelfverbetering. Echt, duurzaam perfectionisme bestaat niet; in wezen is dat om bijval te oogsten en het is contraproductief;
  • Verdoving, het aanpakken van alles wat het ongemak of de pijn van kwetsbaarheid verzacht. Erg schadelijk want, omdat het niet selectief is, verdooft het ook onze belevingen van liefde, vreugde, ontwikkeling en empathie. Een van de meest voorkomende manieren is om altijd druk te zijn of te doen. Algemene preoccupatie en ongebondenheid zijn evenals schaamte, andere wijzen van verdoving.
    We verbreken onze verbondenheid met anderen om ons te beschermen tegen kwetsbaarheid en schaamte. Als we de kloof van niet-verbondenheid willen overbruggen moeten we onze kwetsbaarheid in ere herstellen en onze schaamte-resistentie ontwikkelen.
    Schaamte kweekt angst. Het vernietigt onze tolerantie voor kwetsbaarheid, en beschadigt daardoor engagement, innovatie, creativiteit, productiviteit en vertrouwen. Als de cultuur van een organisatie respect en waardigheid van individuen als hoogste waarden heeft, dan gedijen beschamen en anderen zwart maken niet als management methoden.
    Kwetsbaarheid bevindt zich ook in het hart van de gezinssituatie. Schaamte is positief gecorreleerd met verslaving, depressie, agressie, geweldsuitoefening, eetstoornissen en zelfmoord. Schuldgevoel is anders dan schaamte. Het raakt niet de hele persoon, alleen specifiek gedrag of resultaten en is ook negatief gecorreleerd met bovengenoemde negatieve verschijnselen. Kinderen moet dus geen schaamtegevoel bijgebracht worden, maar eerder constructief schuldgevoel. Schaamte-ervaringen uit de kindertijd veranderen hoe we zijn, over onszelf denken en ons gevoel van eigenwaarde.
    N.B. Extracten in het Engels van ‘Daring Greatly’ staan op de website ‘www.deugd. net’, onder extracts.
empathie

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Klasse (Gracián, 1647)

                      

Er bestaat zoiets als voornaamheid van ziel, een hoogheid van geest, die tot een hoofs optreden leidt dat veel respect oproept. Niet iedereen beschikt erover, omdat er grootheid van gemoed aan ten grondslag ligt.
Wie deze voornaamheid bezit, streeft er vooral naar goed over de vijand te spreken en hem nog beter te behandelen. Klasse valt het meest op in situaties waarin men wraak kan nemen: men laat de gelegenheid niet voorbij gaan, maar benut deze ten goede door na een onbetwistbare overwinning onvermoede vergevingsgezindheid te tonen. Dit getuigt ook van politiek inzicht en groot staatsmanschap. Een wijs man laat zich niet voorstaan op een overwinning, omdat hij zich nergens op laat voorstaan, en bemantelt met zijn eenvoud zijn verdiende successen.

hoogheid van geest

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

The Courage Map

                           

Als je denkt dat je stoutmoediger en met meer lef wilt leven, en als je de sleutels daarvoor op een ludieke wijze te pakken wilt krijgen, moet je het boek lezen van Franzeska Iseli ‘The Courage Map’. Het is dit jaar uitgekomen en nog niet in het Nederlands vertaald. Franziska is opmerkelijk. Ze is in Zwitserland geboren, en is nu Australische ingezetene. Ze is avontuurlijk, heeft veel gereisd, spreekt vijf talen en runt een aantal pro Deo ondernemingen. Ze is één en al lef. Haar boek daarover is tegen de achtergrond van haar motortrip over de meest onherbergzame wegen van de Zijderoute. En ze doorspekt haar betoog met avontuurlijke ervaringen die ze onderweg opdoet. Ze ziet, symbolisch, de ontwikkeling van de mens, en van de karaktersterkte moed, als een reis, net als historici en schrijvers hebben geconstateerd dat helden hun daden op reis presteren alvorens het magische doel te bereiken.
Het boek wordt door niemand minder ingeleid dan door Sir Richard Branson, alom bekend als een spectaculair Brits ondernemer.
In de introductie breekt Iseli een lans voor het verruimen van je moedsgrenzen en geeft ze aan waar je dat toe in staat stelt. Ze zegt dat er vier dingen zijn die moedige mensen doen: trouw aan zichzelf zijn, meer risico’s nemen, moeilijkheden vierkant aanpakken en leiden door voorbeeld te geven.


Ze behandelt dan op een geestige manier, de dertien principes die je nodig hebt om moedig en doortastend te leven: Die dertien principes zijn:

  1. Verhalen. Ze definiëren en geven betekenis aan ons leven.
  2. Waarheid. Je eigen waarden vinden en omhelzen.
  3. Voornemens. Daadkrachtiger leven begint met voornemens.
  4. Vertrouwen. Essentieel. Vertrouwen in jezelf, in anderen en in het ‘universum’.
  5. Intuïtie. Werkt snel op basis van het onbewuste, inclusief ervaring.
  6. Liefde. Liefdevolle acties manifesteren zich als moed, vriendelijkheid, goedgeefsheid, respect, etc.
  7. Vriendelijkheid. Liefdesvorm. Ogenschijnlijk kleine gebaren kunnen grote gevolgen hebben.
  8. Onvolmaaktheid. Er vanuit gaan dat alles imperfect is, en je niet om perfectie bekommeren, bevordert doortastendheid.
  9. Niet-gebonden zijn. Afstand nemen van het beoogde resultaat voorkomt angst en maakt je vrij.
  10. Bevlogenheid. Ga niet tegen de stroom in, ga met hem mee.
  11. Speelsheid. Een subtiele kunst. Ontwapent en verzacht pijnlijke informatie.
  12. Evolutie. Accepteer ongemak voor grensverleggende doortastendheid.
  13. Engagement. Stel een lef-plan op door doeleinden te identificeren en prioriteiten te stellen. Heb geduld en ben bereid tot koerswijziging.

De behandeling van al deze principes is inhoudelijk to the point en wordt geestig-avontuurlijk gebracht. Een genot om te lezen. Bovendien bevat het boek veel wijsheden en anecdotes, zowel uit de Westerse als de Oosterse literatuur, stimulerende levenswijsheid. Op het einde van de bespreking van elk principe, zijn er ‘travel tunes’ een korte opsomming van de belangrijkste bevindingen, een ‘pit stop’, d.w.z. suggesties voor het praktisch toepassen van het betreffende principe en een ‘travel journal’, waarin je de antwoorden op een aantal sleutelvragen kunt beantwoorden.


Zoals gezegd is het boek nog niet in vertaling verschenen. De softcover in het Engels kost tegen de 20 euro, terwijl het op de Kindle e-reader minder dan vijf euro kost. Extracten van het boek kun je vinden op de website www.deugd.net, onder de pagina ‘extracten’, nummer 51 ‘The Courage Map’.
Lees het boek als je de tijd hebt. Het geeft je een nieuw jasje!

geen durf zonder angst

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Uitdaging bescheidenheid

eenvoud siert

De afgelopen tijd hebben we meerdere blogs gepubliceerd over de deugd ‘bescheidenheid’ We hebben daar ook pagina’s over aangemaakt.
De bedoeling is om bescheidenheid significant te promoten via ‘gamification’, een methode die steeds meer ingang vindt in het onderwijs en daarbuiten. Gamification krijgt toepassing door het gebruik van positieve principes en technieken die succesvol in videogames worden gebruikt. We hebben nu een nieuwe pagina aangemaakt onder de titel ‘Uitdaging bescheidenheid’, waarin we proberen een stap verder te zetten op de weg naar gamification van deze deugd. Ik denk dat we er half in geslaagd zijn die stap te zetten door foto’s, gedichten, spreekwoorden en video’s te gebruiken, zeg een semi-gegamificeerde vorm. We willen verder op de weg naar gamification. We zouden het daarom fijn vinden als een deskundige hobbyist op dat gebied daaraan, hopelijk deels vrijwillig, aan mee zou willen werken. In geval van belangstelling, mail dan via ‘info@deugd.net’ s.v.p.
Vanwege de uitgebreide uiteenzetting over bescheidenheid in het Essay (in de Annex) van ‘Uitdaging bescheidenheid’, hebben we de pagina ‘achtergrond avontuur bescheidenheid’ van de site gehaald, dit om duplicatie te voorkomen. Het ‘avontuur bescheidenheid’, een vroegere vereenvoudigde en analoge versie, laten we voorlopig staan.
Wellicht boeit het je om het avontuur in ‘uitdaging bescheidenheid’ te bekijken, of beter nog, te beleven om die deugd verder in je te ontwikkelen. Zoals het spreekwoord zegt ‘bescheidenheid siert de mens’ en je leven zal er beter van worden.

aronskelk, symbool van bescheidenheid

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

The Courage map

Bijgaand een overzicht (in het Engels) van ‘The Courage Map’: 13 Principes om doortastend te leven.

Dit is een opmerkelijk boek van de hand van de Zwitsers-Australische Franziska Iseli. Het boek heeft een Voorwoord van Richard Branson, niet de eerste de beste.
Het boek is een wegwijzer om moediger, gedurfder te worden en het leven daardoor te verrijken. Iseli heeft het geschreven nadat ze een ‘hels-avontuurlijke’ tocht per motor maakte vanuit Europa over de zijderoute. Daar heb je, vooral als vrouw, veel lef voor nodig.
Het boek is een aanrader. Het leest prettig en is begeesterend. Als je jezelf als persoon wil verbeteren , moet je The Courage Map beslist lezen, zeker als je meer lef ambieert. Ik heb er van genoten en er veel van opgestoken. Komt goed van pas in mijn eigen deugd-ethische activiteiten.

                                                         Summary

‘The more you practice, the more courageous you become’ (Franziska Iseli).

It is a book about embracing your struggles and challenges and turning then into triumphs.
Courage is the Instigator of Life’s Greatest experiences. It is the extra something that helps us from an ordinary life into an extraordinary life. Some dream it. Some do it.
Courage is a skill and anyone can learn it. No matter how little or how much courage you have now, you can always find more. Make a conscious effort to expand your courage boundaries
Courage allows you to stay true to yourself, lead by example, make a positive impact, and live without regrets.
Four things courageous people do consistently:

  • Stay true to yourself
  • Take more risks
  • Face difficulties head on
  • Lead by example.

Iseli divides her book into 13 principles to help you develop your courage and expand your boundaries. Each principle can help you make bolder decisions.
The thirteen principles are the following:

  • 1. Stories. The meaning of your life is the meaning you give your stories
  • 2. Truth. Don’t be afraid to step up, stand out, and live your truth.
  • 3. Intentions. Set your intentions. Think of your life as a road trip and choose your adventure.
  • 4. Trust. Know and trust yours strengths to live your truth, and learn how and when to trust others to go further than you can go alone.
  • 5. Intuition. Intuition can help you live more effortlessly and courageously by creating a feeling oif certainty even with the presence of fear. To embrace your intuition, tune in, connect with your heart and practice mindfulness.
  • 6. Love. Learn to keep your heart open by coming from courage, versus reacting out of fear.
  • 7. Kindness. Don’t make kindness something you only do out of convenience. Make kindness the default way you do things, no matter the circumstances.
  • 8. Imperfections. Get comfortable with the potential of messing up and making mistakes
  • 9. Non-attachment. When you detach yourself from desire, you will be able to make decisions based on courage.
    1. Flow. Learn to dance with your flow.
    2. Playfulness. Don’t forget how to play as you take on more of life’s responsibilities.
    3. Evolution. Evolve your mindset to expand your courage boundaries. Practice evolving in five main levels: mental, emotional, physical, intellectual, and spiritual.
    4. Commitment. Commit to courage. Go big enough, so that you are stretching your courage boundaries and feeling a little bit uncomfortable, but not so big that you don’t believe you can achieve those dreams.

Key takeaways

  • 1. Courage is a skill you can practice and evolve in all areas of life
  • 2. Courage is the key to living a life you don’t regret.
  • 3. Choose your adventures in life to create the stories and experiences that light you up.
    The Courage map is highly entertaining reading. It is highly positive. Franziska can serve as a role model for women and men. The book is available at Amazon. At less than five euros its is an outright gift!

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Nooit klagen

                                 

Klagen schaadt altijd onze reputatie. Het prikkelt eerder tot boosaardigheid dan verlangen om te troosten. Het stelt de toehoorder in staat ons hetzelfde aan te doen; de kennis van de eerdere belediging geldt als een verontschuldiging voor een volgende. Sommige mensen effenen door klagen over hun aangedaan onrecht de weg voor nieuw onrecht, en hun zoeken naar hulp of troost wekt leedvermaak en zelfs minachting op. Het is een betere tactiek tegenover de een de diensten te roemen die de ander ons heeft bewezen, teneinde ook hem ertoe aan te sporen. Door het herhaaldelijk vermelden van wat de afwezigen voor ons deden, prikkelen wij de aanwezigen ons eveneens ter wille te zijn. Zo verkopen wij de een de gunst, waarin wij bij de ander staan. Een verstandig man zal nooit mislukkingen of fouten bekendmaken, maar wel de waardering die hij geniet: zo behoudt hij zijn vrienden en bedwingt hij zijn vijanden.

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Gracián. Zieleadel

                            

Zieleadel is een van de voornaamste vereisten voor een groot man (of vrouw), omdat zij aanspoort tot grandeur op alle gebieden. Zij verfijnt de smaak, inspireert tot grootmoedigheid, verruimt de geest, veredelt het gedrag en verleent waardigheid aan uw optreden. Waar zij zich ook bevindt, krijgt zij toegang, en als zij door een speling van het afgunstig lot niet naar waarde wordt geschat, spant zij zich in om het te bedwingen. Haar kracht groeit in de mate waarin haar geweld wordt aangedaan. Uit deze voornaamheid van geest vloeien grootmoedigheid, mildheid en alle uitnemende eigenschappen voort.

zieleadel van een arme vrouw

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Gracián. Nooit klagen

                        

Klagen schaadt altijd onze reputatie. Het prikkelt eerder tot boosaardigheid dan verlangen om te troosten. Het stelt de toehoorder in staat ons hetzelfde aan te doen; de kennis van de eerdere belediging geldt als een verontschuldiging voor een volgende. Sommige mensen effenen door klagen over hun aangedaan onrecht de weg voor nieuw onrecht, en hun zoeken naar hulp of troost wekt leedvermaak en zelfs minachting op. Het is een betere tactiek tegenover de een de diensten te roemen die de ander ons heeft bewezen, teneinde ook hem ertoe aan te sporen. Door het herhaaldelijk vermelden voor wat de afwezigen voor ons deden, prikkelen wij de aanwezigen ons eveneens ter wille te zijn. Zo verkopen wij de een de gunst, waarin wij bij de ander staan. Een verstandig man zal nooit mislukkingen of fouten bekendmaken, maar wel de waardering die hij geniet: zo behoudt hij zijn vrienden en bedwingt hij zijn vijanden.

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Gracián. Welgemanierd

Als welgemanierd bekend staan. Meer is niet nodig om door anderen geaccepteerd te worden. Wellevendheid is het hoofdbestanddeel van de kunst zich te handhaven, een soort tovermiddel, waardoor men iedereen voor zich inneemt. Op dezelfde wijze leidt onwellevendheid tot algemene afkeer en ergernis. Ongemanierdheid uit trots is afstotelijk; ongemanierdheid uit grofheid verachtelijk. Men dient altijd eerder te hoffelijk te zijn dan te weinig beleefd, maar men moet wel onderscheid maken, omdat wellevendheid anders ontaardt in onrecht. Ten opzichte van tegenstanders is hoffelijkheid zelfs plicht om  de eigen waarde te tonen. Dit kost weinig moeite en levert veel op: wie eert, wordt geëerd. Het voordeel van goede manieren en eer is dat zij blijven – de eerste bij wie ze bezit, de tweede bij wie haar betoont.Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Gracián. Harten winnen

                             
een hart gewonnen

Genegenheid leidt tot achting. Sommige mensen vertrouwen zozeer op hun vaardigheden dat zij aan bijval geen waarde hechten. Een wijs man weet echter dat verdienstelijkheid een lange weg moet afleggen als zij niet wordt ondersteund door sympathie. Welwillendheid vergemakkelijkt alles en vult alles aan. Kwaliteiten als moed, oprechtheid, kennis en zelfs wijsheid worden dan in plaats van alleen vermoed, bewezen geacht, en gebreken worden niet opgemerkt, omdat men ze niet wil opmerken. Sympathie ontstaat gewoonlijk door overeenkomsten van oppervlakkige aard als voorkeuren, afkomst, bloedverwantschap, vaderland en beroep. De diepgaande overeenkomst in opvattingen over talent, plichten, aanzien en verdiensten is echter van meer verheven aard. Heel het probleem bestaat uit het verwerven van sympathie – die behouden is niet moeilijk. Eerst dient men alles te doen wat nodig is om de wind mee te krijgen en vervolgens benut men deze.

sympathie geeft de wind mee

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Avontuur bescheidenheid

                                 
Bescheiden…..

We hebben eerder aangegeven dat we willen proberen deugdvorming te gamificeren, d.w.z. moderne gametechnieken toepassen in deugdpromotie. De eerste poging daartoe betreft de deugd van ‘bescheidenheid’. In eerste instantie hebben we die bestudeerd en hebben we een document opgesteld met de titel ‘Achtergrond Avontuur Bescheidenheid’. Tegelijkertijd hebben we, op basis van die achtergrondinformatie, een ‘spel’ opgezet onder de naam ‘Avontuur Bescheidenheid’. Dat is een soort vrijetijdscursus die zich spreidt over een periode van vijf weekenden en vier werkweken. Het spel vergt maar een beperkt deel van de tijd. In het eerste weekend is er voorbereiding en door de week daarna daarop gebaseerde activiteiten aangaande bescheidenheid. In de daaropvolgende weekends is er ook weer voorbereiding voor de daaropvolgende ‘werkdagen’, maar tevens een bezinning op de ervaringen van de afgelopen week.
Dit ‘Avontuur’ is volledig analoog en niet digitaal. Het ‘Avontuur’ kan uitgevoerd worden via internet, maar het zou evengoed via hard copy gerealiseerd kunnen worden. We zijn ondertussen wel aan het proberen een bescheidenheidsspel te gamificeren. Het script daarvoor is bijna afgerond en we hebben binnenkort gamifiers nodig om te proberen het spel te digitaliseren.
Voorlopig hebben we de twee documenten ‘Avontuur Bescheidenheid’ en ‘Achtergrond Avontuur Bescheidenheid’ op deze website gezet voor kennisname en, voor het Avontuur Bescheidenheid zelf, uitvoering.
Er staan in het ‘Avontuur’ zelf een aantal suggesties en activiteiten die bij kunnen dragen om een bescheidener gedrag aan te kweken. Ontzagwekkende ervaringen zijn er één van. Het Corona-virus is ook ontzagwekkend, hoewel in negatieve zin. Het houdt toch de mogelijkheid in ons bescheidener op te stellen ten aanzien van natuur en milieu.

ontzagwekkend …….

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Can we be happier? (blog 2)

In de vorige blog bespraken we het bovenstaande boek van Richard Layard. We gaven aan hoe ingenomen we waren met de verschijning van dit boek en zijn voorgestelde beleid. Het paste voor een groot deel in de onderwerpen die we op onze website en in onze blogs behandeld hebben. We waren al eerder geabonneerd op de Twitter account van Action for Happiness, maar waren ons er niet van bewust dat hier een hele beweging achter stond. Op de website ’actionforhappiness.org’ staat die beweging als volgt beschreven: ‘ Action for Happiness is a movement of people committed to building a happier and more caring society. We want to see a fundamentally different way of life – where people care less about what they can get just for themselves and more about the happiness of others.’ De beweging heeft al meer dan 175.000 aanhangers. De Dalai Lama is de beschermheer van de organisatie.
We gaven in de vorige blog al aan dat voor ons belangrijke stromingen en persoonlijkheden achter de aanpak van Layard staan. Nu blijkt dat deze personen in een Panel van Technische Adviseurs zitten , zoals Martin Seligman (positieve psychologie), Matthieu Ricard (altruïsme), Daniel Kahneman, psycholoog, Nobel-prijswinnaar), Barbara Fredrickson (psycholoog, auteur Love II), Sonja Lyubomirsky, (psycholoog, Loving Kindness specialist). De beweging organiseert activiteiten en geeft publicaties en informatie uit, waaronder de ‘monthly action calendars’ (zie hieronder). Als je in het brengen van geluk aan jezelf, ook via anderen, gelooft en je wilt laten inspireren door een rijke bron van inspiratie, zou je eens een kijkje kunnen nemen op actionforhappiness.org, en/of je abonneren op de Twitter account. Veel geluk!

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Can we be happier? Evidence and Ethics

Dit is de titel van een boek geschreven door Richard Layard. Afgelopen januari uitgekomen. En het is een schot in de roos! Zoals het tweede deel van de titel al suggereert is het geen oppervlakkig geschrift. Integendeel, dit is een doorwrocht stuk werk, met een brede kijk, heldere analyses en ondersteund door een rijkdom aan statistieken. Richard Layard is niet de eerste de beste wetenschapper. Hij is oprichter en oud-directeur van het Centre for Economic Performance van de London School of Economics, waaraan hij meer dan 50 jaar verbonden is geweest. Hij is co-redacteur van het jaarlijkse World Happiness Report. En belangrijk geweest in het Engelse politieke bestel op het vlak van fysieke en mentale gezondheid.
Het boek combineert benaderingen van positivisme in het algemeen, de positieve psychologie van Martin Seligman en altruïsme van Matthieu Ricard, onderwerpen en personen die regelmatig op onze website en blogs genoemd zijn. Die benaderingen zijn onderdeel van zijn beleidsvoorstel voor de nieuwe tijd.


Hij zegt dat er een wind van verandering door de maatschappij waait, waarbij gevoelens een belangrijkere plaats innemen. Er is een nieuwe vriendelijker cultuur in aantocht. Tot nu toe is er veel nadruk op persoonlijk succes geweest: goede punten, goede baan, goed inkomen en een aantrekkelijke partner. Die cultuur van het nastreven heeft ons veel goeds gebracht en het leven is voor velen in de westerse wereld beter dan het ooit geweest is. Maar die cultuur brengt ook een hoop stress met zich mee. Om de eenvoudige reden dat de dominante cultuur super-concurrerend is. Het toont succes altijd in vergelijking met anderen en dat is een ‘geen-winst-geen-verliessituatie

Een alternatieve, vriendelijker cultuur heeft een ander doel, die kan leiden tot een win-win resultaat. Die alternatieve cultuur zegt dat we uiteraard voor onszelf moeten zorgen, maar we moeten ook zoveel mogelijk gelukkig worden door bij te dragen aan het geluk van anderen. Concurrentie is prima voor organisaties onder elkaar, een motor voor vooruitgang, maar wat we voor individuen nodig hebben is voornamelijk samenwerking, geen concurrentie. Dit geeft betere resultaten voor iedereen en het maakt het leven stukken aangenamer. Het basisvoorstel in het boek is dat ieder van ons, in al onze keuzes, moet proberen het grootst mogelijke geluk te scheppen, en vooral, de kleinst mogelijke ellende.
Deze nobele visie, zegt hij, gaat niet in tegen de essentie van de menselijke natuur, want we hebben twee kanten, een egoïstische en een altruïstische.
Deze vriendelijker cultuur is er altijd geweest in de ene of andere vorm, bijvoorbeeld in de grote wereldreligies. Maar deze hebben in onze seculiere wereld hun overtuigingskracht verloren. De leegte die daar door geschapen is, is, door gebrek aan beter, opgevuld door egocentrisme. Jonge mensen is verteld dat ze voor zichzelf moeten zien op te komen, met als gevolg dat bezorgdheid en depressie sterkt toegenomen is onder jongeren.
Mensen dienen buiten zichzelf te treden, om uit de ellende van zelf-absorptie te geraken. Er dient een nieuwe seculiere ethiek te komen, die gebaseerd is op menselijke behoeftes. Een seculiere ethiek is ook essentieel als onze democratieën moeten gedijen, want er is massale ontevredenheid met de huidige elites, evenals met de atomistische, neoliberale filosofie die hun meestal eigen is. Er zijn drie elementen achter de verandering die nu onderweg is. Ten eerste, seculiere ethiek, met als kern het Principe van het Geluk. Ten tweede hebben we nu de wetenschap van het geluk, die betrouwbare informatie geeft over hoe je een gelukkiger maatschappij kunt vormen. Ten derde zijn er nieuwe, effectieve technieken van geestelijke vorming (mind-training) die ieder van ons in staat stellen onze geestelijke conditie te verbeteren. Denk aan de positieve psychologie en eeuwenoude Oosterse meditatie technieken, waar miljoenen gebruik van maken. De hele maatschappij is zich de laatste tijd meer op geluk gaan oriënteren, zoals onder meer blijkt uit de inhoud van de media en veranderingen in levensstijl.
Terwijl deze ontwikkelingen in het eerste deel van het boek beschreven en becommentarieerd worden, geeft het tweede deel ideeën hoe ieder van een aantal functies aan de heroriëntatie kan bijdragen, zoals managers, economen, politici, leraren, etc.

Het boek geeft een positieve, ruime blik op de wereld van vandaag en is informatief en evenwichtig. Dit is een indrukwekkend werk, visionair en stimulerend; de bekroning, lijkt wel, van een lang werkzaam leven op dit terrein. Een frisse wind uit Groot-Brittannië, na Brexit.

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Gracián. Vrienden hebben

         

Daardoor leeft men dubbel. Iedere vriend is goed en wijs voor zijn vriend, alles wat zich tussen hen afspeelt, verloopt goed. Ieder mens heeft zoveel waarde als de anderen hem willen toekennen. Om dit verlangen in hen op te wekken dient men hun hart en daardoor hun tong te winnen. Niets is innemender dan een bewezen dienst. De beste manier om vrienden te krijgen is vrienden te maken. Het voornaamste en beste in ons leven hangt af van anderen. Wij moeten óf onder vrienden óf onder vijanden leven. Iedere dag moet men trachten iemand voor zich te winnen, niet meteen voor intieme, maar wel voor hartelijke vriendschap. Na een verstandige schifting zult u enkelen van hen als vertrouwelingen overhouden.

goede vriendinnen

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Gracián. Gezond verstand

    

Gezond verstand: de troon van de rede, het fundament van de behoedzaamheid, die men zich als gevolg daarvan zonder veel moeite aanleert. Gezond verstand is een geschenk van de hemel, het eerste, grootste en daardoor meest begeerde geschenk. Het is het voornaamste onderdeel van het harnas. Alle menselijke handelingen worden erdoor bepaald; alle daden hebben zijn zegel nodig, want alles moet met oordeel gebeuren.
Gezond verstand bestaat hieruit dat men zich van nature richt naar alles wat het meest overeenstemt met de rede, en men altijd de best mogelijke oplossing kiest. Baltasar Gracián (1647)

AuteuradminCategorieënnieuws

Gracián. Cultuur en beschaving

            

De mens wordt als barbaar geboren; ontwikkeling bevrijdt hem van het dierlijke. Cultuur vormt hem tot mens; hoe hoger ontwikkeld, hoe hoger hij staat.Op grond van zijn hoge beschaving kon Griekenland vroeger de rest van de wereld barbaars noemen.

Onwetendheid is plomp. Niets verfijnt meer dan kennis. Ook deze doet echter lomp aan, als zij zonder smaak wordt voorgeschoteld. Niet alleen het intellect dient verfijnd te zijn, maar ook de begeerte, en vooral de conversatie.

Er bestaan mensen die van nature met innerlijke en uiterlijke beschaving zijn begiftigd en zowel in denken als in spreken grote verfijning verraden. De schil van hun innemende voorkomen omhult een vrucht van uitgelezen kwaliteiten. Anderen daarentegen zijn zo lomp dat hun onuitstaanbare, ruwe ongemanierdheid al hun daden en eventuele verdiensten ontluistert.

Befaamde Griekse beschaving

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Goede voornemens 2020

Het is weer de tijd van de goede voornemens en van gedragsverandering. We hebben er andere jaren over geblogd. Ondertussen hebben we enkele belangrijke publicaties over gewoontevorming geëtaleerd, zoals de Macht der Gewoonte van Charles Duhigg,  Super Better van Jane McGonigal , Elementaire Gewoontes van James Clear en Goede en Slechte Gewoonten (18 november 2019) van Wendy Wood. Dit is uitstekend materiaal om je te helpen goede gewoontes aan te meten en slechte door goede gewoontes te vervangen.

In de Verenigde Staten heeft onderzoekbureau IPSOS van 12- 14 november een representatieve steekproef van volwassenen gevraagd naar hun goede voornemens voor 2020. Van alle deelnemers aan het onderzoek wilde 51% die één of meer goede voornemens hadden gemaakt, hun financiën beter beheren en eenzelfde percentage wilde gezondere eetgewoonten ontwikkelen. Andere populaire voornemens voor het komende jaar gingen ook over betere gezondheid door een meer actieve levensstijl en gewichtsvermindering. 38% van de deelnemers wilde hun geestelijke gezondheid verbeteren of aan mindfulness doen, een teken van toenemende belangstelling voor deze aspecten van geestelijke gezondheid. Ondanks dat milieubescherming momenteel ook een populair onderwerp is, zei slechts 22% van de respondenten dat ze in 2020 meer eco-vriendelijk wilden zijn. 18 % van Amerikanen zeiden dat ze slechts één goed voornemen maakten, terwijl een verdere 20% zeiden dat ze er meer dan één hadden. Het percentage van mensen dat één of meer voornemens maakte, was het hoogst onder de Latijns-Amerikaanse bevolking met 56% .

Ik heb nog geen gegevens gezien over voornemens onder de Nederlandse bevolking. Die zullen waarschijnlijk voor een deel parallel lopen aan die in de V.S. Voornemens op het gebied van een gezonde levensstijl, zoals meer beweging, gezonder voedsel, gewichtsvermindering en minder verslaving, zullen zeker prominent zijn.
We hebben al vier werken aangegeven die gedegen advies verschaffen om betere gewoontes aan te leren. Meer gegevens daarover vind je op de blogs of bij extracten op deze website (www.deugd.net).

Wellicht ten overvloede staan hieronder de adviezen van de Dalai Lama (De Kunst van het Geluk, met Howard Cutler) over verandering van slechte naar goede gewoontes.
Het eerste wat je moet doen, zegt hij, is leren, doordrongen raken van de noodzaak te veranderen, bijvoorbeeld de risico’s van roken en overgewicht leren kennen. De volgende stap is het ontwikkelen van innerlijke overtuiging. Deze overtuiging dat je moet veranderen, gaat daarna over in vastberadenheid. Vervolgens zet je vastberadenheid om in daden. Vanwege een grote vastberadenheid kun je je voortdurend inspannen om de veranderingen daadwerkelijk in de praktijk te brengen. Deze factor van inspanning zou doorslaggevend zijn.
Het maakt niet uit wat voor gedrag je wilt veranderen, je moet altijd beginnen met het ontwikkelen van een krachtige bereidheid of wens om het te doen; je moet enthousiast worden. En hierbij is een gevoel van urgentie een bepalende factor. Dat kan geweldig veel energie geven.
Als we ons regelmatig inspannen, kunnen we elke vorm van negatieve conditionering doorbreken en ons leven op een positieve manier veranderen. Maar dat gaat niet van de ene dag op de andere. Een geestelijke ontwikkeling, diep van binnen, heeft tijd nodig.
Als een verandering zo langzaam plaats vindt, kun je ontmoedigd raken. Een mogelijke oplossing daarvoor is afstand nemen, en naar de lange termijn, het beoogde doel, in plaats van naar de korte termijn te kijken.
Als we ons langdurig inspannen om zichtbaar gedrag te veranderen, kan dat niet alleen helpen bij het afleren van slechte gewoontes, maar ook onze onderliggende houdingen en gevoelens kunnen hierdoor veranderen (innerlijke transformatie).
Bij een echte innerlijke transformatie is het belangrijk een langdurige inspanning te leveren. Het gaat om een geleidelijk proces. Er valt niet te ontkomen aan deze essentiële ingrediënten: vastberadenheid, inspanning en tijd. Dit, volgens de Dalai Lama zijn de ware geheimen die leiden tot geluk.

Hieronder nog het sprekende gedicht, toegeschreven aan Frank Outlaw, wat het levensbelang van goede gewoonten en deugden aangeeft:


Het draait allemaal om karakter
Let op je gedachten, ze worden woorden
Let op je woorden, ze worden handelingen
Let op je handelingen, ze worden gewoontes
Let op je gewoontes, ze worden karakter
Let op je karakter, het wordt je bestemming!

                      Een goede gewoonten en een gelukkig 2020

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

(Gracián, 1647).Geen joker zijn

                    

Het nadeel van alles wat uitmunt, is dat veelvuldig gebruik ervan tot misbruik leidt. Wat door iedereen wordt nagejaagd, wekt op den duur ook ieders ergernis. Nergens toe dienen is erg, maar even erg is het voor alles klaar te staan: zulke mensen verliezen door te veel te winnen, en worden ten slotte in dezelfde mate gemeden als zij aanvankelijk gezocht werden. Dit komt bij alle uitmuntende prestaties voor: als de achting voor het nieuwe ervan is weggeëbd, begint men het alledaags te vinden. Het enige middel tegen een dergelijke totale ommezwaai is maat te houden bij het uitblinken: hoog presteren, maar schaars presteren. Hoe feller een fakkel brandt, hoe korter de levensduur. Wie zelden optreedt, oogst veel applaus.

geen joker zijn

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Gracián (1647). Zich zijn vijanden ten nutte maken

Men moet de dingen niet bij het lemmet pakken, waardoor men letsel oploopt, maar bij het handvat dat bescherming biedt. Dit geldt vooral voor zaken waar wedijver in het spel is. Een wijs man heeft meer voordelen van zijn vijanden dan een dwaas van zijn vrienden. Tegenstand prikkelt tot het verzetten van bergen waar men zonder mededinging voor was teruggedeinsd. Velen hebben hun grootheid opgebouwd op hun tegenstanders. Vleierij is gevaarlijker dan blaam; de eerste bemantelt alleen de vlekken, de laatste spoort ons aan hen weg te werken.
Een wijs man hecht meer waarde aan boosaardige dan vriendschappelijke kritiek en gebruikt de verwijten van zijn tegenstanders als een spiegel. Hij vindt dit de beste manier om fouten te voorkomen of te herstellen. Men is namelijk meer op zijn hoede als men mededingers of vijanden tot buren heeft.

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Goede en slechte gewoonten

                                   

We hebben onlangs het interessante boek ‘Atomic Habits’ besproken. Kort daarna kwam ik een nog recenter ander boek over gewoontes tegen, en wel ’ Good habits, Bad habits’ van Wendy Wood. Een welkome verdere belangstelling voor het verschijnsel ‘gewoonte’, dat veel overeenkomsten heeft met het verschijnsel deugden. Zowel deugden als gewoonten zijn beide bijna automatisch gedrag. De teneur van de twee boeken is deels gelijk en deels verschillend. Er zijn geen tegenstrijdigheden tussen de twee, wel vaak bevestigingen van de één door de ander. Als je de vele waardevolle inzichten en methoden van beide boeken bij elkaar neemt, heb je een arsenaal aan manieren om gewoonten en deugden aan te kweken. De inzichten en adviezen zouden goed van pas komen bij eenieder die zijn gedrag en leven wil verbeteren. De traditioneel goede voornemens aan het begin van een nieuw jaar krijgen door deze boeken een veel grotere kans van slagen.

Ik haal enkele saillante passages uit ‘Good Habits, Bad Habits’ aan, ter illustratie en vanwege hun belangrijkheid. Hier en daar een kleine aanpassing.

Als mens zijn we niet totaal rationeel en onze geest is in zekere zin deelbaar. Beslissingen en wilskracht hangen af van onze faculteit ‘uitvoerende controle’ (Engels: executive control), het mechanisme in de hersenen, dat cognitieve processen bestuurt. Andere delen van onze geest bieden koppige weerstand aan deze uitvoerende controle. Deze laatste zijn speciaal geschikt voor het formuleren/opzetten van telkens terugkerende gedragspatronen, onze gewoontes. Gewoonten stellen ons in staat om gedrag dat we in het verleden getoond hebben, gemakkelijk te herhalen.
Goede en slechte gewoontes hebben dezelfde oorsprong. We controleren onze gewoontes niet op dezelfde manier als onze bewuste beslissingen. Voor eenmalig, afwisselend gedrag zijn bewuste beslissingen nodig. Maar bij handelingen die vaak herhaald worden hebben houdingen, plannen en voornemens weinig of geen invloed. De mythe heeft lange tijd stand gehouden dat voor doorzettingsvermogen er weinig anders nodig is dan sterke voornemens en wilskracht. Beslissingen en wilskracht, zijn top-down. Ze zijn niet de goede gereedschappen om ons voortdurend opoffering te getroosten om nieuwe doeleinden te bereiken. Dit zelfbewuste ik komen we dagelijks tegen.
Gewoontes werken zo soepel dat we amper aan ze denken. Ze zijn een soort tweede ik. Alleen als we een gewoonte willen controleren of veranderen, grijpen we in met executive control. De gewoontegeest is erg efficiënt, we reageren zonder na te denken op omgevingsprikkels, in een soort van opwaartse processing van de wereld zoals we die tegenkomen.

Iedereen, ongeacht type persoonlijkheid of leeftijd, schijnt ongeveer evenveel op gewoonten te leunen, volgens het gerapporteerde onderzoek iets meer dan 43 % van ons gedrag. Bijna alle gedrag kan gewoontenvormend gemaakt worden, hoewel onder sommige omstandigheden (opvoeding) en in sommige sectoren meer (hygiëne, arbeid ), meer dan andere (lichaamsoefeningen, ontspanning).
Het sleutelaspect van een gewoonte is dat ze functioneert buiten ons bewustzijn om. We denken gewoonlijk dat ons zelfbewust gedrag belangrijker is dan onze gewoonten.
De context, de omgeving doordringt het begrip gewoonte. Als de omgeving stabiel is dan herhaal je eerder gedrag automatisch.
We kunnen allemaal beter gebruik maken van de gewoonten die zo’n 43 % van ons gedrag vormen. We kunnen de diepgaande en productieve invloed van onze gewoonten synchroniseren met onze bewuste intenties en lange-termijn plannen.
Gewoontes zijn een soort handeling die relatief ongevoelig is voor beloningen. Doeleinden en beloningen zijn essentieel voor het opstarten van herhaald gedrag. Als we uit gewoonte handelen, roepen we beproefde antwoorden op eerder opgeloste problemen op.
Korte definitie van gewoonte: een automatisme in plaats van een bewuste motivatie, een automatisme dat zich ontwikkelt als we leren van herhaalde reacties.
Je gewoontegeest is actief en is niet kieskeurig over wat het leert. Je hoeft het alleen herhaling, beloning en omgeving te voeden.
Het gewoontegeheugen functioneert niet hetzelfde als andere geheugensystemen.
Actie als gevolg van gewoonte heeft voordelen. Het bevrijdt ons bewustzijn om dingen te doen waarvoor het ontworpen was, zoals het oplossen van problemen. Het executive system hoeft dan niet langer routinematig gedrag te managen.
Kennis als zodanig is geen rem op een volgroeide gewoonte. Door aparte, procedurele codering wordt een gewoonte beschermd voor abstracte kennis en oordeel.
Verandering begint met zelfbewustzijn. Het gewoontevormingsproces begint vaak met het nemen van een beslissing.
Het hart van onze mentale competenties heeft evenveel van doen met het aankweken van gewoonten als met het maken van plannen.
Gewoontes zijn essentieel voor het veranderen van lange-termijn gedrag.

Controle uitoefenen is maakt ons vermoeid, gestrest en overweldigt. Executive Control heeft ook alternatieve kosten omdat we maar op een beperkt aantal dingen tegelijk kunnen reageren. Als we ons te veel met één ding bezig houden moeten we andere, mogelijk meer belangrijke, zaken laten liggen. Gewoontes, in tegenstelling tot Executive Control, zijn relatief goedkoop. Het idee is om de automatische piloot van de gewoonte zoveel mogelijk in te schakelen, tenzij er een goede reden is om bewust in gedrag te interveniëren. Een kosten-baten analyse kan bepalen wat de meest efficiënte methode is. In principe moet je Executive Control karig gebruiken.
Volgens het boek schijnt uitstel van bevrediging een fundamentele, sociaal-cognitieve bekwaamheid te zijn, in omgekeerde zin verbonden met algemene impulsiviteit en rechtstreeks gerelateerd aan nauwgezetheid, Executive Control en bekwaamheid. Voorwaarde is dat de verleidingen zichtbaar zijn voor de persoon in kwestie. Deelnemers aan het gerapporteerde onderzoek met de hoogste scores in zelfbeheersing gaven aan dat ze zelden aan verleidingen en wensen blootgesteld waren.
Deelnemers die laag in zelfbeheersing scoorden hadden de meeste problemen. Moeizame zelfbeheersing is hun toevlucht. Zij genieten doorgaans niet de langetermijn voordelen van degenen met de hoge scores.
Sterke zelfbeheersers waren eenvoudigweg beter in het aankweken van automatismen. Het is dus vooral door het aankweken en handhaven van stabiele gedragsvormen, eerder dan door enkelvoudig gedrag van zelf-ontkenning, dat zelfbeheersing het meest effectief is. Gewoontes vervangen in wezen zelfbeheersing.

zelfbeheersing

Er zijn drie fundamenten voor gewoontevorming: context( omgeving), herhaling en beloning.
We hebben de neiging te onderschatten hoe zeer de omgeving ons gedrag bepaalt. In plaats daarvan benadrukken we onze interne besluitvaardigheid (introspectie illusie).
Totdat we een gewoonte in onze neurale netwerken en geheugensystemen hebben vastgelegd, moeten we bewust telkens weer een nieuwe handeling herhalen, zelfs als dat strijd oplevert. Op een bepaald moment, wordt het een tweede natuur, kunnen we achterover leunen en neemt de automatische piloot over.
Wanneer de herhalingshandeling op zijn moeilijkst is, net in het begin, is het gewoontegeheugen op zijn best.
Je kunt een gewoonteoefening voor een dag of twee zonder schade onderbreken. Gewoontevorming is niet zo fragiel dat het perfectie vraagt. Het vraagt om volharding, herhaling en contextuele manipulatie.
In een aangehaalde gewoontevormingsstudie vroegen verschillende types gedrag om een verschillend aantal herhalingen alvorens tot gewoonte omgevormd te zijn. Veertig keer was een optimistisch aantal. In een bepaald onderzoek was het 65 voor eetgewoonten, 59 voor drink- en 91 voor gewoonten van lichamelijke oefening.
Samen met de uitdaging om nieuw gedrag aan te leren, moet je ook nog eerder gedrag ontwennen. Er kan terugval komen. Herhaling van het nieuwe gedrag wordt dan extra nuttig. Na een poosje gaat conflict resolutie aan het nieuwe gedrag de voorkeur geven.
Gewoonten reageren snel. Dat geeft ze een voordeel, gunstig als het een goede gewoonte en ongunstig als het een slechte gewoonte is.
Snelheid in dit opzicht gaat samen met een ander gevolg van gewoontes: gestroomlijnde besluitvaardigheid. We houden op alternatieve acties in het oog te houden. Meestal, maar niet altijd, is dit efficiënt en functioneel.
Herhaling heeft ook een ander belangrijk gevolg: het verandert onze beleving van een activiteit, zodat die makkelijker lijkt.
De meesten van ons vertalen acties, door herhaling, in gewoonten om betere mensen te worden. Herhaling kan deze dingen automatischer maken en ons helpen ze meer te waarderen.
Tegen de achtergrond van de deugdfilosoof Aristoteles en de snelweg naar grootsheid en topprestatie, zegt het boek dat herhaling en uitmuntendheid niet hetzelfde zijn. Herhaling is nodig om uit te blinken, maar het is minder duidelijk dat het daarvoor voldoende is. Is Malcolm Gladwell’s 10.000 uur regel garantie voor succes of is er meer voor nodig, zoals aangeboren talent? Met meer oefening was men volgens een onderzoek beter in spel, muziek en sport, maar was nog 75% of meer van het succes te wijten aan andere factoren zoals aangeboren talent, kansen, en goede coaches. In onderwijs en beroep maakte oefening zelfs nog een geringer verschil.
De context effent de weg, herhaling start de machine maar je hebt beloning nog nodig om een gewoonte zelfstandig te laten werken.

beloning

Beloningen, om een rol in gewoontevorming te spelen, moeten groter en beter zijn dan wat je normaal ervaart. Onverwachte beloningen wekken dopamine op, een goed gevoel gevende, chemische substantie. Hoe groter een onverwachte beloning, hoe meer dopamine vrij komt.
Dopamine geeft een tijdschaal voor gewoontevorming. Beloningen moeten onmiddellijk ervaren worden nadat we iets gedaan hebben om gewoonteassociaties in ons geheugen op te bouwen. Gegeven deze timing zijn de meest effectieve gewoontevormende beloningen vaak intrinsiek aan een bepaald gedrag of een deel van de actie zelf. bijvoorbeeld het doen van een goede daad.
Beloningen kunnen ook extrinsiek zijn; een klassieke vorm is financiële beloning. Extrinsieke beloningen verdringen of ondermijnen ons gevoel dat we iets doen om andere, authentieke redenen. In de praktijk treedt vaak een mengeling van intrinsieke en extrinsieke beloningen op.
Gewoonten hebben een verrassingselement. Onzekere beloningen doen er het meest toe (gokken). Videogames zijn daar goed in, maar onderwijsspellen profiteren ook van dat principe.
Ongevoeligheid voor een beloning is een manier om vast te stellen of bepaald gedrag een gewoonte is. Als we gedrag een tijd volhouden zonder beloning is het een gewoonte.
Gewoonten worden gevormd op het moment, op basis van onze plezierervaring. De regel is eenvoudig: wat we aangenaam vinden! Kortom wij leren gewoonten aan wanneer onze handelingen ons herhaaldelijk meer plezier verschaffen dan onze neurale systemen verwachten.
Je ‘gewoontezelf’ heeft andere behoeften dan je ik-zelf.
Gewoontes floreren op basis van beloningsonzekerheid. Bovendien willen gewoonten geen verandering. Variatie verzwakt gewoonten, omdat stabiele omgevingen de absolute voorwaarde voor gewoonten zijn. Alleen door je omstandigheden zo consistent mogelijk te houden, kunnen je gewoonten groeien. Voor verandering in omgevingsprikkels moet je namelijk executive control inschakelen en nadenken. De voordelen van consequent gedrag en gewoonten kunnen geconstateerd worden in de resultaten van uitzonderlijke presteerders.
De prikkels die onze gewoonten activeren hebben een buitensporige invloed. We zijn niet zo maar slachtoffers van onze prikkels. We kunnen de kracht van duurzame prikkels gebruiken om via contextverandering gewoontes aan te kweken of te veranderen.
Een techniek van context consequentheid vloeit voort uit de situatie dat reacties zelf prikkels kunnen worden voor extra reacties. Dit behelst het stapelen of ‘piggybacken’ van gewoonten. Het verbinden van nieuw gedrag aan bestaande prikkels is een voordelige manier om een nieuwe gewoonte te vormen. Per slot van rekening bestaat het automatisme al. Deze stapelactie heeft het meest succes als het nieuwe gedrag met bestaande gewoonten harmonieert.
Een verwante strategie voor het bouwen van nieuw gedrag op bestaande prikkels is het vervangen van een bepaald gedrag door een ander gedrag.
Als je een activiteit met diverse componenten onderneemt en je voert ze elke keer op dezelfde manier uit, dan voegen je hersens die acties samen in een eenheid. De hele reeks wordt dan als één item behandeld
Het exploiteren van wrijving biedt een hele nieuwe manier om te denken aan gedragsverandering. Door contexten, die frictie in ons leven veroorzaken, te veranderen kunnen we leren om beloond gedrag automatisch te herhalen. Eerst moet je dan via executive control de contexten identificeren, wat niet altijd makkelijk is. Het levert lange termijn rendement op.
Een onderzoek toonde aan dat gedragsverandering door zelfbeheersing niet zo succesvol was als gedragsverandering door de context, de omgeving anders in te richten.
Mensen die hoog scoren op zelfbeheersing krijgen dat resultaat niet door wilskracht in te schakelen. In plaats daarvan vormen zij gewoonten die hun gedrag automatiseren. Gewoonten maken het makkelijker doelen te bereiken. Deze mensen bezitten niet alleen de kunst om weldadige gewoontes aan te leren. Zij begrijpen ook beter hoe ze van de context gebruik kunnen maken om hun gewoonten te vormen. Als je je omgeving beheerst, heb je tegelijk vat op je handelingen!
Goede gewoonten leiden niet alleen naar een productiever, maar ook naar een beter leven. Gewoonten zijn mogelijk de meest natuurlijke en effectieve manier om mindfulness te bereiken. Een gewoontegeest is een weldadige, gedachteloze geest. Zij sorteert taken naar hun juiste plek en delegeert naar gewoonten.

Overmatig denken maakt het moeilijker om positief te zijn en ook kan het beletten gewoontes aan te kweken. Overdenken houdt je wel flexibel.
In ons dagelijkse leven nemen we niet vaak de tijd om te experimenteren. We vinden dat iets goed genoeg werkt en houden het daarbij. Onze gewoonten kunnen verstoord worden door veranderingen in de omgeving: gewoontediscontinuïteit (b.v. ziekte, verhuizing). We moeten dan weer bewust denken en handelen. Hoewel mogelijk niet aangenaam, kunnen we dan wel open gaan staan voor verandering en dat kan zijn voordelen opleveren. Want de macht van de gewoonte heeft een dubbele wet: herhaling versterkt onze tendens tot handelen maar als we dat steeds meer te doen, verzwakken we de sensatie van de handeling. We raken er (teveel) aan gewend en blijven dingen doen terwijl ze mogelijk nutteloos of contraproductief zijn (geworden).
Als we eenmaal door hebben hoe discontinuïteit werkt, kunnen we diezelfde dynamiek selectief aanwenden om onze gewaardeerde gewoonten extra te beschermen en ongewenste gewoonten af te leren of te veranderen. Gewoontediscontinuïteit is een krachtig gebeuren. Het verandert de balans tussen gewoonten aan de ene kant en besluitvaardigheid aan de andere kant. Ontwrichting zet ons aan het denken!
Gewoonten zijn veilige havens in tijden van tegenslag. Ze worden niet aangetast door stress net zoals ons meer bewuste ik. In feite bloeien ze er door op.
Net zoals gewoontendiscontinuïteiten de prikkels voor gewoonteprestatie ontwrichten, zo ook verstoort stress ons bewuste zelf. De balans van gewoonte en bewustzijn verschuift dan ten gunste van gewoonten.
Onze capaciteit om bewuste beslissingen te maken is verre van robuust. Als we vermoeid of gestrest zijn, vallen we terug op onze gewoonten, of dat gedrag nu gunstig, nadelig of neutraal is.
Omdat de mentale scherpte bij ouderen afneemt, zijn gewoonten een welkome optie voor senioren. Vaste gewoontepatronen stellen ons in staat efficiënt te leven ondanks verminderde geheugencapaciteit en beslissingsbekwaamheid.
Gegeven dat besluitvaardigheid aangetast wordt door stress, vermoeidheid, afleiding of gebrek aan bekwaamheid, helt de balans van ons leven in het algemeen naar gewoonten. Een extra reden om goede gewoonten aan te kweken.

ook ritueel in sport

Een belangrijk onderscheid tussen verslaving en gewoonten is dat ze een ander beslag op ons bewustzijn leggen. Gewoontes installeren zich en we kunnen ze dan min of meer vergeten. Verslaving installeert zich en neemt ons leven over. Steeds meer van ons bewuste zelf wordt opgeëist door verslaving.
Een verder verschil is dat verslaafden doorgaans niet willen genezen. Niettemin speelt de context een belangrijke rol. Van de talloze verslaafde Vietnamveteranen gebruikte na enige tijd terugkeer in de V.S. nog maar 5% drugs. De thuisomgeving was totaal anders dan de in hoge mate gestreste oorlogssituatie in Vietnam. Hoe anders is dat met huidige verslaafden waarvan, zelfs na gebruik van de meest geavanceerde ontwenningsmethoden, zo’n 40 tot 60% weer terugvalt in hun gewoonte. Dit is in grote mate te wijten aan het conventionele drugsgebruik model, dat verslaving ziet als een chronische hersenziekte, gekenmerkt door dwangmatig drugsgebruik. Dit ziektemodel concentreert zich op de drug zelf en promoot drooglegging. Het boek verdedigt dan ook het aanwenden van alternatieve methoden gebaseerd op het exploiteren van de omgeving.
Een belangrijke regel voor gewoontevorming: de aanhouder wint! In het algemeen gaan we van de dingen houden die we herhaaldelijk doen. Er zijn diverse redenen waarom blootstelling tot houden van leidt. Eén ervan is vertrouwdheid. Er is ook het effect van voorspelbaarheid. Door gedragsherhaling worden onze ervaringen vloeiend en vlot. Met herhaling hebben we minder moeite om wat er gebeurt te begrijpen en evalueren. Onze voorkeur gaat uit naar wat we gewend zijn.
Efficiency is een andere reden waarom we van herhaalde ervaringen houden. Bekendheid (met gewoonten) geeft ook gevoelens van veiligheid, bijvoorbeeld in je eigen buurt.
Blootstelling aan gewoonten vindt plaats zonder dat we ons er rekenschap van geven. Als we handelingen herhalen, veranderen onze voorkeuren en wensen. We gaan de voorkeur geven aan de dingen die we telkens weer ervaren. Gewoonten, zo blijkt, vormen een tweerichtingsverkeer. Ze maken dat we onze doelen bereiken en ze worden onze doelen zelf (bijvoorbeeld thuiskomen).
Het is in de context van concrete religieuze gebruiken dat religieuze overtuigingen ontstaan. Rituelen zijn gegrondvest in herhaling en streng vastgestelde handelingensequenties. Maar rituelen hebben, verschillend van gewoonten, geen onmiddellijke beloning. In plaats daarvan moeten we ze zelf een betekenis geven en die toepassen.
Geloven in iets kan op zichzelf behoorlijk krachtig zijn, zoals het voorbeeld van placebo pillen aangeeft. Rituele praktijken en herhaling van handelingen hebben troostende kwaliteiten in tijden van verlies en onzekerheid.
Bepaalde gewoonten kunnen een lanceerbasis zijn om de positieve mentale status van bevlogenheid te krijgen.
Gewoonten zijn niet alleen individueel, maar kunnen wijdverbreid zijn, zoals drugverslaving en overgewicht. Wetgeving en dwangmaatregelen kunnen bijdragen aan de oplossing van dergelijke problemen, zoals bij roken. Porren of stootjes (nudges) kunnen ook helpen omdat ze gedrag op een voorspelbare manier kunnen veranderen zonder dwingend zijn, bijvoorbeeld in het geval van opt-outs bij orgaandonatie.
Een groot deel van onze levens verloopt via ons gewoonte-ik. Het beste is om bewust doeleinden te stellen om vervolgens zoveel mogelijk gewoontevormingsgereedschappen te gebruiken. Je deelt je leven dan in slimme contexten op met gebruik van de juiste dynamische krachten, wrijvingen en beloningen.
Je nieuwe gewoonte-rijk leven wordt beter om twee redenen. Ten eerste ga je meer gedaan krijgen. Ten tweede krijg je een eenvoudiger, meer geïntegreerde manier van leven. We kennen gewoonlijk niet de vele manieren waarop we dingen beter kunnen doen. Het is uitputtend en minder vruchtbaar om alleen op motivatie en wilskracht te leven.

smeden voor vrede en andere deugden

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Elementaire gewoontes

James Clear heeft met zijn ‘Atomic Habits’ een prestatie van de bovenste orde geleverd. Het staat bij de New York Times ook op de nominatie als bestseller.
Hij beschrijft zijn boek als een praktische handleiding om goede gewoontes aan te kweken en slechte gewoontes af te leren. Hij definieert een gewoonte als een routine of gebruik dat regelmatig toegepast wordt; een automatische reactie op een specifieke situatie.
Het vervolg van deze blog bestaat voornamelijk uit extracten van zijn boek.
Gewoontes zijn geen deugden, want zij houden niet noodzakelijk rekening met ethische overwegingen. Niettemin maakt James Clear voortdurend onderscheid tussen goede en slechte gewoontes. Deugden zijn verder ook houdingen en in theorie nog geen handelingen. Aan de andere kant zijn echte deugden dermate onderdeel van de persoon dat zij, evenals gewoontes, bijna automatisch tot handelingen leiden.
De eerste stelling van Clear is dat, als je je gedrag wilt veranderen, je niet per se, of bij voorkeur zelfs niet, ambitieuze plannen of grote projecten moet ontwikkelen. Als je iedere dag 1 procent verbetert heb je je na één jaar 37 keer verbeterd door het verschijnsel van samengestelde rente. Je huidige verbeterstatus, zegt hij, is minder belangrijk dan de richting die je op wilt.
De basis van het boek is het vier-fasen-model van gewoonten: prikkel – behoefte, reactie en beloning, een geïntegreerd model van cognitieve en gedragswetenschappen.

   Je moet je minder op doeleinden richten en meer op systemen. De eerste zijn de resultaten die je wilt bereiken, systemen zijn de processen die naar de resultaten leiden. Doelen dienen als een richting gezien te worden. Want winnaars en verliezers hebben dezelfde doeleinden, een doel bereiken is alleen een momentane verandering en doeleinden beperken je geluksgevoel; eenmaal een doel bereikt, wil je naar het volgende doel. Ten vierde liggen doelen met lange termijn vooruitgang overhoop. Je moet niet opstijgen naar het niveau van je doeleinden, maar afdalen naar het niveau van je systemen!
Er zijn drie niveaus waarop veranderingen plaats vinden: resultaten (wat je krijgt), proces (wat je doet) en identiteit (wat je gelooft). Met identiteits-gebaseerde gewoontes beginnen we met wie we willen worden. Gedrag dat niet past bij je eigen identiteit, is niet duurzaam. De ultieme vorm van intrinsieke motivatie is wanneer een gewoonte onderdeel wordt van je identiteit. Echte gedragsverandering is identiteitsverandering. 

                         
identiteit, basis voor gedragsverandering

Je identiteit komt voort uit je gewoontes. De meest praktische manier om te veranderen wie je bent is te veranderen wat je doet.
Gewoontes zijn gewoon betrouwbare oplossingen voor terugkomende problemen. Met de vorming van gewoontes, neemt het niveau van onze hersenactiviteit af. Gewoontevorming is nuttig omdat het de hersens meer ruimte geeft zich met andere problemen bezig te houden. (En die hersens zijn van een one-track mind). Gewoontes leggen je dus geen beperkingen op, maar geven je integendeel meer vrijheid.
Gewoontevorming kent dus vier stappen. De prikkel zorgt ervoor dat je hersens gedrag initiëren, informatie verschaft die een beloning voorspelt. Behoeften, voor ieder verschillend, zijn de tweede stap en vormen de motivatie achter iedere gewoonte. De reactie is de actuele gewoonte, die de vorm van een gedachte of een handeling kan aannemen. De beloning, die volgt, is de vierde stap. Deze vier stappen vormen samen een neurologisch circuit, dat je in staat stelt automatische gewoontes aan te kweken.
De vier wetten van gedragsverandering zijn als volgt. (Tussen haakjes staat wat je kunt doen om slechte gewoontes af te leren).

  • Maak het opvallend (maak het onzichtbaar)
  • Maak het aantrekkelijk (maak het onaantrekkelijk)
  • Maak het makkelijk (maak het moeilijk)
  • Maak het voldoening gevend (maak het afstotend)

Omdat de prikkels die onze gewoontes aanspreken gewoon zijn geworden, vallen ze niet meer op. Daarom is het goed jezelf bewust te maken van je gewoontes. Dat kan door het opstellen van een gewoontetabel, waarop je je gewoontes inventariseert en ze categoriseert in wenselijk, onwenselijk of neutraal.
Om een nieuwe gewoonte te starten is het raadzaam een uitvoeringsplannetje op te stellen, vooral leunend op plaats en tijd, de meest frequente elementen in een uitvoeringsplan.
Het helpt meestal om een nieuwe gewoonte aan een al bestaande gewoonte te koppelen (habit stacking), ook omdat bij de laatste plaats en de tijd al zijn ingebouwd.
Clear denkt dat motivatie voor verandering gewoonlijk een te belangrijke plaats toegewezen krijgt. De omgeving is volgens hem belangrijker en die kun je gewoonlijk deels zelf inrichten om scherpere prikkels te krijgen. Doorzettingsvermogen, pit en wilskracht zijn essentieel voor goede resultaten, maar de manier om deze kwaliteiten te verbeteren is niet door jezelf meer discipline bij te brengen, maar door het scheppen van een beter gearrangeerde omgeving.

effectief om omgeving te arrangeren

De tweede wet gaat over het aantrekkelijk maken van een gewoonte. Gewoontes zijn gebaseerd op een door dopamine gevoed circuit. Dopamine speelt een centrale rol in veel neurologische processen, met inbegrip van motivatie, leren en herinneren, straf en afkeer en vrijwillige mobiliteit. Dopamine wordt niet alleen vrijgegeven wanneer je plezier ervaart maar ook als je erop anticipeert. Dit is de reden dat de verwachting van een gebeurtenis vaak beter voelt dan de gebeurtenis zelf. Het is het vooruitzicht van een beloning, niet de vervulling, die ons ertoe verleidt actie te ondernemen. Des te aantrekkelijker een gebeuren is, des te waarschijnlijker het leidt tot gewoontevorming.
Een manier om gewoontes aantrekkelijk te maken is om dingen die je moet doen te koppelen aan dingen die je graag wilt doen (verleiding bundelen).
Mensen adopteren de gewoontes van drie groepen in het bijzonder, te weten naaste familie en vrienden, groepen waar men lid van is en invloedrijke, machtige personen.
Ieder gedrag heeft een oppervlakkige behoefte en een diepere, onderliggende reden. Op het diepere niveau wil je onzekerheid en zorgen elimineren, sociale aanvaarding of goedkeuring verwerven of je status verhogen. Dezelfde prikkel kan zowel een goede als een slechte gewoonte oproepen, afhankelijk van het vooruitzicht wat ermee gepaard gaat. De oorzaken van onze gewoontes zijn in feite de verwachtingen die eraan vooraf gaan.
Je kunt lastige gewoontes veranderen door ze te associëren met een positieve ervaring Het enige wat dat soms vraagt is een kleine verandering van denkrichting, de voordelen benadrukkend in plaats van de nadelen. Je kunt altijd een rechtvaardiging vinden voor de gekozen denkrichting. Bij het afleren van slechte gewoontes kun je de nadelen ervan op de voorgrond plaatsen.
De meest effectieve vorm om een gewoonte aan te leren is door oefening, niet door planning. Het heeft weinig zin zich af te vragen hoe lang het duurt voor je een gewoonte hebt aangeleerd. Je dient eerder te vragen hoeveel oefeningen je nodig hebt hem onder de knie te krijgen.
Onze hersens zijn geprogrammeerd om energie te sparen wanneer dat mogelijk is. Hoe minder energie een gewoonte vraagt, hoe waarschijnlijker dat die plaats vindt. Schep een omgeving waarin het makkelijker is, minder energie vraagt, om goede gewoontes uit te oefenen; het tegendeel geldt voor slechte gewoontes.
Als je van plan bent een gewoonte aan te leren of te veranderen, neemt het enthousiasme vaak over en wil je teveel tegelijk doen. De effectiefste manier om dat te voorkomen is de Twee-Minuten-Regel, die zegt dat je in het begin er niet meer dan twee minuten soepel aan moet werken. Dat maakt het makkelijker om te beginnen. Je achterliggende identiteitsverandering werkt dan ook al mee.
Soms gaat succes minder over het vergemakkelijken van goede gewoontes en meer over het bemoeilijken van slechte gewoontes.
Je kunt de hulp inroepen van een belofte of toezegging, een keuze die je nu maakt die je handeling in de toekomst controleert. Dergelijke instrumenten zijn nuttig omdat ze je in staat stellen goede voornemens uit te voeren voordat je het slachtoffer van verleiding wordt. De beste manier om een gewoonte te verbreken is om het onmogelijk te maken ze uit te voeren. Daarbij kun je nuttig gebruik maken van automatisering en digitale faciliteiten.
De vierde wet van gedragsverandering is de kardinale regel dat je gewoontes voldoening moeten geven. Wat beloond wordt, wordt herhaald; wat afgestraft wordt, vermeden.
De eerste drie wetten van gedragsverandering, maak het zichtbaar, maak het aantrekkelijk en maak het gemakkelijk, vergroten de kans dat een bepaald gedrag nu wordt uitgevoerd. De vierde wet, maak het voldoening gevend, vergroot de kans dat het gedrag in de toekomst herhaald wordt.
Iedere gewoonte heeft meerdere gevolgen in de loop van de tijd. Ongelukkigerwijze staan die gevolgen niet altijd op één lijn. Met slechte gewoontes, bijvoorbeeld roken, is het onmiddellijke resultaat positief en het langetermijnresultaat negatief. Met goede gewoonten is het net omgekeerd.
Actualisering van de kardinale regel voor gedragsverandering betekent dat, wat onmiddellijk beloond wordt, herhaald wordt en wat onmiddellijk gestraft wordt, vermeden. De weg die in het algemeen het minst begaan wordt is die van de uitgestelde beloning. Evenwel, mensen die daar goed in zijn kennen hogere SAT scores, minder gebruik van verdovende middelen, minder kans op overgewicht, betere behandeling van stress en betere sociale omgangsvormen. Het is mogelijk jezelf te trainen om beloning uit te stellen. De beste manier om dat te doen is een zekere mate van onmiddellijk genot aan de lange termijn gewoonte toe te voegen en een zekere mate van pijn aan degene die geen beloning op lange termijn geven.

In een perfecte wereld, zegt Clean, zou de beloning van een goede gewoonte de gewoonte zelf zijn. Dit is het kenmerk van ware deugdbeoefening! In de praktijk, zegt de schrijver, voelen goede gewoonten als waardevol aan nadat ze iets opgeleverd hebben.
Hoe meer een gewoonte onderdeel van je leven is, hoe minder je behoefte hebt aan aanmoediging. Stimulansen kunnen een gewoonte opstarten. Identiteit betekent volhouden!
Je kunt de hulp inroepen van een gewoonte-volger (habit tracker). Dat is effectief omdat het meerdere wetten van gedragsverandering aanspreekt: het maakt gedrag zichtbaar, aantrekkelijk en voldoening gevend. Automatiseer tracking zoveel mogelijk. Je moet er wel voor zorgen het goede ding te meten en te voorkomen dat je je onnodig veel op de cijferresultaten concentreert.
Bij onderbreking in de keten van goede gewoontes, moet je zien te voorkomen niet meer dan één keer te missen.
Om productief te zijn, moeten de kosten van uitstel groter zijn dan de kosten van handelen. Er is een rechtstreekse manier om directe kosten te verbinden met een slechte gewoonte, namelijk een gewoontecontract. Publieke wetgeving is daar een duidelijke vorm van. Je kunt ook een contract met jezelf opstellen en anderen getuige laten zijn. Als je een gewoontecontract niet correct uitvoert zou je beboet kunnen worden.
De kracht van genetische erfenis is tevens zijn zwakte. Genen kunnen niet makkelijk veranderd worden, wat wil zeggen dat ze een sterk voordeel hebben in gunstige omstandigheden en een serieuze belemmering zijn in ongunstige omstandigheden. Genen bepalen niet je noodlot, ze bepalen de terreinen waar je een voorsprong hebt.
Een van de beste manieren om zeker te zijn dat je gewoontes voldoening blijven geven op de lange termijn, is om die gewoontes te kiezen die het beste harmoniëren met je persoonlijkheid en kwaliteiten. Je moet daarbij niettemin proefondervindelijk te werk gaan.
De Goldilocks regel stelt dat mensen top motivatie ervaren als ze aan taken werken die op de scheidslijn van hun kunnen liggen, niet te moeilijk en niet te makkelijk; het midden tussen verveling en bezorgdheid. Om die toestand van bevlogenheid te realiseren dient een taak ongeveer vier procent boven het actuele kunnen te liggen.

Gedrag moet ‘nieuw’ blijven om aantrekkelijk te zijn en voldoening te blijven geven. Als er geen variatie is, gaan we ons vervelen. En verveling is misschien wel de grootste kwelgeest op de weg naar zelfverbetering. De enige manier om tops te worden, is om eindeloos gefascineerd te raken door hetzelfde en steeds te blijven oefenen. Meesterschap vergt oefening. Maar hoe meer je iets oefent, hoe meer routinematig het wordt en verveling geeft. Veel van de meest gewoontevormende producten zijn degene die steeds weer variatie bieden, zoals video games. Variabele beloningen zijn een manier om verveling op te heffen of te verminderen. Dit is het meest effectief op 50/50, het midden tussen succes en mislukking.
Gewoontes zijn de basis voor meesterschap. Ze zijn er noodzakelijk voor, maar niet voldoende. Daar heb je een combinatie voor nodig van automatische gewoontes en overwogen oefening. Het is een cyclus. Meesterschap vereist dat je progressief lagen van verbetering op elkaar stapelt, iedere gewoonte bouwend op de laatste totdat een nieuw prestatieniveau bereikt is en een hogere range van kunnen geïnternaliseerd is.
Je dient je gewoontes te herzien, periodiek eventueel, en dat hoeft niet complex te zijn. De herziening kan perspectief opleveren, bijvoorbeeld dat je je teveel met details bezig houdt. Je dient ook je identiteit erbij te betrekken. Als identiteit tegen je werkt kan het een soort trots of chauvinisme oproepen die je belemmert in je verdere groei. Dat is één van de nadelen van gewoontevorming. Het leven verandert voortdurend en je dient na te gaan of je oude gewoontes en overtuigingen nog dienstbaar zijn. Een gebrek aan zelfbewustzijn is giftig. Het tegengif is nadenken en bezinnen. Maak van één aspect van je identiteit geen overheersend deel van wie je bent. Hoe strakker we aan een identiteit vasthouden, hoe moeilijker het wordt om er bovenuit te groeien.
Alles bij elkaar is dit een uitzonderlijk rijk boek, aan inzichten en aan adviezen om goede gewoontes aan te leren en slechte af te leren. Een deugdenthousiasteling kan er zich ook aan te goed doen. Het is waarschijnlijk bijzonder effectief voor de kunst van zelfbeheersing. Het komt goed van pas om de goede voornemens voor het nieuwe jaar succesvol gestalte te geven.
Op de website vind je onder ‘Literatuur – excerpten’ een uitgebreider verslag. Het beste nog is het boek zelf te raadplegen, in het Engels of in het Nederlands).

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Gracián. Betrouwbare informatie.

             

In een groeiende cultuur van nepnieuws!

Wij zijn in ons leven voornamelijk afhankelijk van wat wij van anderen horen en voor een klein deel van wat wij zelf waarnemen: wij bestaan op goed vertrouwen. Het oor is de zijdeur van de waarheid, maar de hoofddeur van de leugen. De waarheid wordt meestal gezien, maar sporadisch gehoord: zij bereikt ons zelden ongeschonden, vooral als zij van ver komt, en is altijd aangetast door de gemoedstoestand van degenen die haar overbrachten. De emoties kleuren haar naar believen bij, haar nu eens lelijk dan weer mooi afschilderend, altijd met de bedoeling ons oordeel te beïnvloeden. Al onze aandacht dient zich er daarom op te richten de bedoeling van onze zegslieden te ontdekken en van tevoren te weten te komen wat hun zwakke plekken zijn. Ga bij uzelf te rade en gebruik uw verstand om de valse of de te lichte munt te keuren.

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Mensen deugen

                    

Begin van dit jaar kreeg Rutger Bregman veel publiciteit vanwege zijn optreden in het World Economic Forum en op Amerikaanse tv-zenders. Hij kwam ook sterk in de belangstelling in Nederland. Hij heeft boeken geschreven over uiteenlopende onderwerpen, maar de publiciteit dit jaar ging vooral over het basisinkomen, het toekennen van een inkomen aan iedereen in de samenleving zonder voorwaarden vooraf zoals dat gebeurt bij sociale uitkeringen. Volgens Bregman zijn internationale ervaringen (onder meer in Canada, Zweden, Kenya, Verenigde Staten) positief en heeft deze benadering groot potentieel voor onze samenlevingen. Het laatste is er nog niet over gezegd. Er zijn nu evenveel uitgesproken voor- als tegenstanders voor een stelsel met een basisinkomen, blijkt een onderzoek door I &O Research in opdracht van de Vereniging van het Basisinkomen.
Uit zijn publicaties en optredens blijkt Bregman een positief mens te zijn. Hij heeft dat recentelijk bewezen door de publicatie van zijn boek ‘De meeste mensen deugen’. Met de ondertitel ‘een nieuwe geschiedenis van de mens’. Het is een verademing om dat boek te lezen. Niet alleen omdat het makkelijk leest, maar omdat het zo begripvol en positief tegenover de maatschappij en de mensheid staat. Bregman heeft er indrukwekkende ambities mee. Hij wil de negatieve houding die er in grote mate bestaat onder de mensen ten aanzien van anderen omzetten in een begripvolle, positieve benadering. Die zou het maatschappelijke leven makkelijker en plezieriger maken en negatieve frictie vervangen door samenwerking.

In hoofdstuk 1 ‘een nieuw realisme’ stelt Bregman dat het levensveranderend medicijn waardoor je nooit meer op dezelfde manier naar de wereld kijkt, het idee is dat mensen deugen. Dat mensen van nature egoïstisch, paniekerig en agressief zijn, is een hardnekkige mythe. Het is een gevolg van de vernistheorie, het idee dat we wrede, zelfzuchtige bullebakken zijn met een laagje beschaving erover. Veel van de negatieve verhalen die de ronde doen over het gedrag van mensen bij rampen en incidenten blijken bij nader onderzoek onwaar te zijn. Ze zijn opgesteld en gepromoot door personen en instanties die wel willen varen bij het maken van sensatie en zwartmakerij. Bregman stelt op grond van zijn onderzoeken dat in noodgevallen het beste in mensen naar boven komt. Dit heeft te maken met het effect van de zichzelf vervullende profetie. Wat we geloven is wat we worden. Wat we zoeken is wat we vinden. Wat we voorspellen is wat gebeurt. Als we geloven dat de meeste mensen niet deugen, gaan we elkaar zo behandelen. Dan halen we het slechtste in elkaar naar boven. Bregman beweert niet dat we van nature goed zijn. Mensen zegt hij zijn geen engelen. We hebben een goed been en een slecht been, de vraag is welk been we trainen. Hij draagt een grote hoeveelheid wetenschappelijk bewijs aan waaruit blijkt dat een positiever mensbeeld realistisch is. Tegelijkertijd denkt hij dat het nog realistischer kan worden als we erin gaan geloven!
Als een belangrijke oorzaak van ons zwarte mensbeeld, wijst Bregman naar één van de grootste verslavingen van onze tijd: het nieuws als verslaggeving over recente, incidentele en sensationele gebeurtenissen. Er zijn tientallen studies die uitwijzen dat het nieuws je mentale gezondheid schaadt. Het nieuws gaat niet over het onderliggende goede nieuws van verbetering en vooruitgang maar over aanslag, geweld en rampen. Hoe uitzonderlijker een gebeurtenis, hoe nieuwswaardiger ze wordt. Er zijn twee simpele redenen waarom mensen zo vatbaar zijn voor de somberheid van het nieuws. De eerste is wat psychologen de ‘negativity bias’ noemen, het feit dat we nu eenmaal gevoeliger voor het slechte dan voor het goede zijn. In de tweede plaats hebben we last van ‘availability bias’, als mensen ergens makkelijk een voorbeeld van kunnen noemen, dan denken ze dat dit vaker voorkomt.
Alvorens een positievere kijk op mens en maatschappij te adopteren, geeft Bregman drie waarschuwingen. Ten eerste wie het opneemt voor de mens neemt het op tegen een hydra, dat mythologische monster met zeven koppen, die, als Hercules er één van afsloeg, dubbel terug groeiden. Ten tweede, wie het opneemt voor de mens, neemt het ook op tegen de machtigen der aarde . Voor hen is een hoopvol mensbeeld ronduit bedreigend. Het impliceert immers dat we geen egoïstische dieren zijn die van boven af moeten worden gecontroleerd, gereguleerd en gedresseerd. Tot slot, wie het opneemt voor de mens zal om de haverklap worden beschot en beschimpt. Je zou naïef en onnozel zijn!
Rutger zegt dat het tijd is voor een nieuw mensbeeld, voor een nieuw realisme. Hij staaft dat met een veelheid aan wetenschappelijke bewijzen. Dit boek is van belang voor ieder die in een goede wereld en goede mensheid gelooft en wil zien hoe je dat het beste kunt maken.
In de Epiloog van het boek staan ‘Tien leefregels’, als volgt

  • Bij twijfel, ga uit van het goede
  • Denk in win-win scenarios
  • Verbeter de wereld, maar stel een vraag naar wat de betrokkene zelf wil
  • Temper je empathie (gevoel), train je compassie (actie)
  • Probeer de ander te begrijpen, ook als je geen begrip hebt
  • Heb je naaste lief, gelijk ook anderen hun naasten lief hebben
  • Vermijdt het nieuws; het geeft een verwrongen beeld
  • Steek een hand uit naar je mogelijke vijand
  • Kom uit de kast, schaam je niet voor het goede
  • Wees realistisch, niet cynisch
compassie kiezen

Het moet duidelijk zijn dat deze website, in zijn publicaties en blogs, een positief, optimistisch wereldbeeld leeft. We juichen de publicatie van ‘De meeste mensen deugen’ dan ook van harte toe. Wat goed dat er steeds meer geluiden komen voor een waarachtig, positief wereldbeeld.
Zoals Bregman zijn boek besluit: ’Het is tijd voor een nieuw mensbeeld. Het is tijd voor een nieuw realisme’.Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Blog 138. Gracián. Met iedereen kunnen omgaan

                 

Men moet wijs zijn als Proteus*: geleerd met de geleerden, vroom met de vromen. Dit is een uitstekend middel om iedereen voor u in te nemen, omdat overeenkomst sympathie wekt. Men dient ieders instelling na te gaan en zich daaraan aan te passen: al naar de wind waait bedachtzaam of luchthartig zijn en weloverwogen van gedaante wisselen. Dit aanpassingsvermogen is van groot belang voor een politiek leider, en wordt gemakkelijker verworven als men veelzijdig ontwikkeld is en vertrouwd met alle gewoonten en smaken.

Vlotte omgang met elkaar

*De God Proteus, een gunsteling van Poseidon, kon verschillende gedaanten aannemen om te ontsnappen aan degenen die hem ketenden.Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Deugdvorming met gamification?

deugden zijn superb gedrag

Sinds enige tijd hebben we ons afgevraagd of naast de traditionele methoden van deugdvorming de moderne media niet een gelegenheid bieden om de deugdvorming een impuls te geven. We vermoeden van wel en zijn in dat geloof gesterkt onder meer door het boek en de website ‘Superbetter’ van Jane McGonigal. We hebben die eerder in deze blogs besproken (blogs 104 – 111).
We hebben sindsdien gamification uitgebreider bestudeerd en hebben voorlopige ideeën ontwikkeld hoe dat in ons programma toegepast zou kunnen worden. We hebben die ideeën vastgelegd in een rapport van een zestigtal pagina’s onder de titel ‘het paradijsspel’. Dat plaatsen we onder ‘verwante artikelen’ op deze site. Dit is slechts het begin. We gaan er verder aan werken en hebben het volste vertrouwen dat daar iets goeds uit gaat komen. Mocht u na het lezen van het rapport suggesties hebben, stuur die dan naar: a.h.j.vissers@kpnplanet.nl.

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Gracián. Niet voortdurend schertsen

Het verstand kenmerkt zich door ernst, die hoger wordt aangeslagen dan geestigheid,. Wie altijd grapjes maakt, wordt niet ernstig genomen. Men behandelt hem hetzelfde als iemand die liegt: men gelooft hem niet op zijn woord. De een wordt gewantrouwd om zijn leugens, de ander om zijn grappen. Men weet bij hen nooit wanneer hun verstand spreekt, wat erop neerkomt dat men hun dat niet toekent. Niets is zo storend als voortdurende geestigheid. Het komt vaak voor dat iemand de naam verwerft een vlot prater te zijn, maar zijn reputatie van zinnigheid verliest. Er is niets tegen een grapje op zijn tijd, als men voor de rest maar ernstig is.

Geplaatst opAuteurFrank CarisCategorieënnieuws

Optimisme

Het is algemeen bekend dat optimisme een positieve en vruchtbare levenshouding is. Er zijn enkele uitzonderingen die beweren dat optimisme bedrieglijk is en dat de lieden die daarin geloven zichzelf voor de gek houden. De deugd zit ook hier in de midden, maar het staat voor mij als een paal boven water dat een optimistische kijk op het leven productiever is en gelukkiger maakt.
De groene Amsterdammer heeft zijn nummers 28 en 29 van 11 juli geheel aan ‘Optimisme in Bange Dagen’ gewijd. Ralf Bodelier & Mirjam Vossen schrijven daarin een artikel onder de titel ‘Europa zakt weg in Droefenis. Leren van Aziatisch optimisme’. Bodelier en Vossen, gesteund door de Franse politicoloog Dominique Moïsi, stellen dat er een optimismekloof gaapt in de wereld. Vooral Europeanen zijn somber, met Italianen en Hongaren aan de top. Maar liefst tachtig procent van de Italianen denkt dat de extreme armoede in de wereld de afgelopen twintig jaar is toegenomen. Slechts zes procent weet dat dat de extreme armoede is gedaald, zelfs met meer dan de helft. Aziaten kijken heel wat positiever naar de wereld. Onze somberheid bedreigt de democratie. Pessimisme viert hoogtij in vrijwel heel Europa. Ruim twee derde van alle Europeanen denkt dat de wereld er slechter voor staat dan twintig jaar geleden.
Het sombere wereldbeeld beperkt zich niet tot extreme armoede. Het strekt zich ook uit bijvoorbeeld tot onderwijs en watervoorziening. 85 % van alle Afrikaanse kinderen zit momenteel op de basisschool en maar liefst 2,6 miljard mensen, één derde van de wereldbevolking, kreeg de afgelopen 25 jaar de beschikking over schoon drinkwater.
Europeanen weten maar amper hoe de wereld erop is vooruitgegaan. Dat maakt hen niet alleen zwartgallig over het heden, maar vooral ook over de toekomst. Terwijl veel wereldwijde trends meer dan bemoedigend zijn: minder armoede, minder klimaatdoden, minder kindersterfte, minder slachtoffers van oorlog, een stijgende levensverwachting, zakt Europa weg in droefenis. Europa mist hoop en vertrouwen zei Moïsi tien jaar geleden al. Net als in Amerika heerst in Europa een cultuur van angst. Angst voor de ander. Angst voor economische onzekerheid of ineenstorting. Angst voor een ongewisse en dreigende toekomst.
Hoe anders is dat in Vietnam. Nog maar dertig jaar geleden was Vietnam een van de armste landen in de wereld. Vietnam is inmiddels een middeninkomensland. Meer dan acht op de tien Vietnamezen verwachten dat zijzelf en hun familie het de komende vijftien jaar beter zullen krijgen. China, India en Indonesië komen qua optimisme dicht in de buurt. Het zijn opkomende landen in Zuidoost Azië die de afgelopen decennia een enorme groei beleefden. En ze herbergen een bevolking die dat met eigen ogen zag en meemaakte. In amper dertig jaar tijd daalde de extreme armoede van 66 naar 0.7 procent.
In de wereld gaapt een forse optimismekloof, met aan de ene kant rijke landen als Europa, Amerika en Japan. En aan de andere kant opkomende economieën, vooral in Azië.
Een belangrijke verklaring van deze kloof ligt voor de hand: mensen in China en Vietnam zagen de razendsnelle afname van problemen als armoede, infectieziekten en kindersterfte met eigen ogen. Daardoor geloven ze ook dat dit mogelijk is in de rest van de wereld. En al klinkt dat logisch, tegelijkertijd is het ook opmerkelijk. Het betekent dat optimisme en pessimisme niet zozeer te maken hebben met iemands concrete omstandigheden in het hier en nu; de humeuren zijn hoofdzakelijk relatief. Optimisme en pessimisme ontstaan door je eigen situatie in het hier en nu te vergelijken met die van anderen of met die van jezelf in het recente verleden. Relatief verval wordt doorgaans gevoeld als absoluut verval.
Het Europese gevoel van wereldwijd verval is om meerdere redenen problematisch. Allereerst omdat het niet ondersteund wordt door feiten. Europeanen schatten de toestand in de wereld steevast veel en veel somberder in dan zij daadwerkelijk is. Een op feitelijkheid gebaseerde opvatting van de wereld om ons heen is simpelweg een waarde op zich. Het is ronduit idioot dat juist in ons deel van de wereld, waarin mensen het langst, best en hoogst zijn opgeleid, zo weinig kennis over wereldwijde ontwikkelingen voorhanden is.
Onterecht pessimisme ontneemt ons ook de mogelijkheid om onderscheid te maken tussen oplossingen voor problemen die wel werken en oplossingen die niet of zelfs averechts uitpakken. Wie ten onrechte meent dat armoede, kindersterfte of analfabetisme in Afrika stijgen, zal al snel concluderen dat investering in ontwikkelingssamenwerking geen zin had, geen zin heeft en nooit zin zal hebben!
Vervolgens brengt pessimisme, gebaseerd op gebrekkige kennis van feitelijke trends, ook de democratie in gevaar. Zowel Trump als de Brexit was bepaald geen resultaat van op feiten gebaseerde campagnes, maar van een tendentieuze aanpak en ‘fake news’.
De laatste reden waarom de perceptie van een wereldwijde neergang problematisch is, is misschien wel de belangrijkste: kennis van vooruitgang hangt samen met inzet voor een betere wereld. ‘Rationele optimisten’ geloven veel vaker dat hun inzet een verschil kan maken. Zij zijn ook meer dan gemiddeld bereid om actie te ondernemen voor de problemen waarover ze zich zorgen maken.
Er is iets in het Aziatische voorbeeld van optimisme in objectief mindere omstandigheden waar wij van kunnen leren. Willen we in Europa weer overeind komen, dan moeten we de vooruitgang, die er ontegenzeggelijk is, weer met eigen ogen kunnen waarnemen. In ons geval betekent dat iemand, binnen of buiten de media, ons dat allemaal vertelt. Dat kan met spannende cijfers en statistiek, beelden, muziek, met films, met opwindende boeken of met vernieuwende journalistiek.

Wat ook helpt is inzicht in de mechanismen onder ons pessimisme, d.w.z. kennis over onze eigen emoties, zoals onze angst voor neergang en verval. Het gevoel van verval is relatief en heeft weinig te maken met ons daadwerkelijke welzijn. Het is een gevoel dat we bovendien projecteren op de rest van de wereld.
Gemakkelijk zal het niet gaan zeggen Bodelier & Vossen. In een wereld die steeds complexer wordt, groeit het verlangen op je emoties te vertrouwen. Het kosmopolitisme uit de jaren tachtig en negentig is verdrongen door het nationalistische verlangen naar eigen cultuur, volk en traditie. En overal hebben ze baat bij pessimisme, ondergangsvisioenen en zwartkijkerij. Hoe dramatischer ons wereldbeeld, hoe eerder we ons terugtrekken en ruimte geven aan sterke mannen die de toekomst afsluiten en het verleden verheerlijken. Als we de uitdagingen waarvoor we staan het hoofd willen bieden, hebben we behalve moed en hoop ook kennis van de werkelijkheid nodig.

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuwsTagsoptimismekloofpoverty

Uit naam van de Mensheid/In the Name of Humanity

           
Ricardo Petrella

In 2015 heeft de bekende schrijver en geleerde Ricardo Petrella het boek ‘Au Nom de l’Humanité’ uitgebracht. (Geen Engelse vertaling kunnen vinden, maar zie beneden). Daarin bekritiseert Petrella het huidige sociaaleconomische wereldsysteem en roept hij op tot belangrijke ingrepen om de wereld te redden. Hij is vooral kritisch op het financiële systeem dat louter op winst jaagt en tot grote inkomensverschillen leidt. In de conclusie op het einde van het boek zegt Petrella dat er drie globale uitdagingen zijn, te weten

  • Armoede uitroeien
  • Ontwapening
  • Een einde maken aan het huidige financiële systeem

De politiek en de bestaande machten, grotendeels onder invloed van het internationale bedrijfsleven, zal die veranderingen tegenhouden. Hij roept een coalitie van

  • Kunstenaars, schrijvers, poëten
  • Agrariërs en werklieden
  • Wetenschappers en opvoeders
  • Ondernemers
  • De wereld van gelovigen (zonder onderscheid naar geslacht, kleur, etc.
    op om zich te mobiliseren voor het tot stand brengen van een rechtvaardige en duurzame globale ontwikkeling.

Roberto Savio, oprichter van Inter Press services heeft een opiniestuk aan het boek van Petrella gewijd onder de titel Time for a new Paradigm (in het Engels). Het geeft een uitstekende samenvatting van het boek en het opiniestuk wordt hieronder gereproduceerd

Roberto Savio, oprichter IPS

ROME, Jan 8 2019 (IPS) – The person most qualified to write the foreword for the latest work by Riccardo Petrella, In the Name of Humanity, would actually be Pope Francis, who, using other words but speaking of values and making denouncements, has often argued what the reader will find in its pages.
I quote him, because words like “solidarity”, “equality”, “social justice” or “participation” – now used only by Pope Francis I – have now disappeared from today’s political vocabulary. I was called to this task because I have spent my life in favour of information that would give citizens the tools to be conscious actors. But the reason why from a “professional” I have become an “activist” in the campaign for world governance is precisely because I see information as directly responsible for the drift in which we find ourselves.
Riccardo Petrella is a central point of reference for those who have not yet given up on seeing the governance of globalisation in terms of values and ideals. Riccardo has behind him a long series of struggles for a different economy and has denounced the dangers of neoliberal globalisation from the outset.
We owe it to him if the theme of “commons” began to be debated, in particular that of water as a public good, at a time when the Italian government of Silvio Berlusconi was pushing for its privatisation.
He did so in an era – the period immediately after the fall of the Berlin Wall – which today seems distant but which was of exceptional intellectual and political violence. Anyone who did not blindly adhere to the “single thought” introduced by the World Bank, the International Monetary Fund and the U.S. Treasury (the so-called Washington Consensus) was seen as either a nostalgist of the Soviet era or a dangerous subversive.

VN duurzame ontwikkelingsdoelen 2015 – 2030


Petrella, with few other economists, had the strength to oppose the Washington Consensus, deriding the general inebriation which reached levels that today seem impossible. I still remember a conference held by IPALMO in May 1991 in Milan, where the then director general of the World Trade Organization, Renato Ruggiero, described the world as still blocked by the concept of nation or regional agreements (such as the European Union and the North American Free Trade Agreement) now overtaken by the course of history.
Globalisation was to have eliminated all frontiers, we were to have had a single currency, there were to be no more wars and the benefits of globalisation were to have rained down on all the citizens of the world, something that the theory of development and redistribution had failed to do. It took a generation of disappointed and marginalised people for the truth to become evident.
This book is the result of forty years of study, research, and social and academic engagement by Riccardo, gathered here in an organic way. It is a holistic engagement, with a humanist vision of the economy, of society and of the consequences of the crisis that dominates us.
Reading it, faced with the wealth of data and reflections it offers, the African proverb comes to mind: “When an old man dies, a library burns to the ground”. But beyond the contents, what makes the book stimulating is that it communicates a moral engagement and a human empathy rare in this era of transition from a world that is unsustainable to one that is inevitable, but which we cannot yet see well. In his Letters from Prison, Antonio Gramsci wrote that “in the interregnum a great variety of morbid symptoms appear”.


Petrella analyses these symptoms in a meticulous but clear way, and they are symptoms for which today’s politics and finance certainly have no answer. The book is an organic work, analysing each symptom on the basis of data and proposals, helping us to walk in the shadow evoked by Gramsci.
Finally we see that there are alternatives to the drift of a world of finance which – in the search for profit – comes into collision with the very productive economy of which it was only to have been a lubricant. And in turn politics, like the productive economy, is subject to the world of finance. Today, the production of goods and services, that is, the sphere in which men and women play a role, accounts for one-fortieth of financial transactions. Greed has led banks to engage in more and more criminal actions: since the Great Crisis of 2008, major banks have paid a total of 220 billion dollars in fines …

Armoede uitroeien


According to numerous historians, the course of history has been changed above all by two factors: Greed and Fear. After the fall of the Berlin Wall it even came to be said that history had ended, as Francis Fukuyama wrote, and that we were entering a post-ideological world.
The unification of the world into a single winning ideology, capitalism, was to have led to the end of clashes, in a united international reality dedicated to economic growth. What Fukuyama did not see is that capitalism without controls was to take the world back in time.
On this Petrella offers incontrovertible data and echoes Oxfam when it says that in 2020 social inequalities in Britain will be equal to those of the era of Queen Victoria, when an unknown German philosopher was writing some chapters of Das Kapital in the Reading Room of the British Museum … The statistics on inequality are known to all: in the last two decades, capital has become increasingly concentrated in a few hands and a large part of humanity sees its level of life, health and education decrease, to the point that the International Monetary Fund is even beginning to whisper that inequality is a brake on growth.
As for Fear, it took the Brexit to start seeing the rapidly growing nationalist, xenophobic and populist drift in European countries (and also in the United States with Donald Trump). Fear has transformed countries that once were a symbol of civic-mindedness and tolerance – like the Netherlands and the Nordic countries – into racist countries that even confiscate the few personal jewels of refugees (Denmark).
In just two years, the advance of the extreme right in Austria, France, Germany, Poland, Slovakia and Hungary – until now considered a series of local coincidences – is finally creating a debate in traditional parties that have no concrete response to the causes of Fear.
Also because, as Petrella says, we are faced with a system that is a factory of poverty, which is not a natural phenomenon but a creation of the system itself. The challenges to be solved all derive from wrong answers.
Peace is being tackled with an increase in military engagement, the environment with ecological devastation, democracy with the privatisation of political power. Justice is witnessing an increase in injustice, the economy is in a financial and speculative drift, and the sense of life of citizens – who have lost the value of solidarity and accept the commodification of all that surrounds them – is crumbling. No concern is voiced that more is being spent per person on marketing in the world than on education …

zwaarden omsmeden in ploegscharen


The drift in which we find ourselves is affecting democracy, which has become a formal process, devoid of the conscious and active participation of citizens. In the Name of Humanity observes what should now be clear to all and is certainly not to the system in power: we are at a global impasse that no one, with the paradigms in place, is able to solve.
In an analytical but communicative way, this is the starting point for the list of Gramsci’s shadows: the lack of representation of humanity, the use of God, Nation and Money to transform into destroyers those who are still convinced of being constructors; and the data of the global impasse. Herein lies the importance of the book.
The analysis of the transitional era in which we find ourselves is roughly divided into two schools of thought. The first is that of those who believe that the current system is perhaps in crisis but that the answer may come from politicians – perhaps new ones – who, in every country, are able to give concrete and efficient answers with bold reforms. The second, and growing, school of thought argues that the current system is the cause of the problems to be solved and that without deep changes in vision and strategies the drift will continue.
This latter school of thought – which, moreover, is followed only by a small number of victims, many of whom are on the margins of society or are so frustrated as to take refuge in individual pessimism without hope – is a school strong in analysis and denunciation but poor in proposals.
And it is here that the book offers its own positive originality: an organic and holistic plan of proposals which invoke a pact for Humanity as the basis for the re-foundation of society. A re-foundation that declares poverty illegal, that leads to disarmament and the end of speculative finance … However, in order to achieve this re-foundation, it is necessary to return to talking about values and finding a consensus and world participation around them, because without common values it is not possible to build together and without a global response national or local actions serve little. This book, as well as being an analysis, is also a manual for action.
In this sense it is important that In the Name of Humanity sees the light in a moment of generational sacrifice. My generation, overwhelmed by Greed and Fear, by selfishness and the decline of politics, lives parameters of retirement and security that young people can only dream of.
The British referendum clearly demonstrated how the older generations are above all self-referential and feel no inter-generational responsibility. The elderly voted 65% for Brexit, deciding the future of young people, who were 75% in favour of Remain. This is the result of the absence of common values and the dramatic lack of policies for engaging young people, while those of fiscal rigour and priorities for the survival of the financial system abound – the most emblematic demonstration of current priorities.
To save banks from the 2008 crisis, it is estimated that so far the contribution to finance has amounted to eight trillion dollars. Youth policies do not exceed 500 million dollars.

hervorming van het financiële stelsel


It is no wonder that young people take refuge in a pessimistic individualism, creating their own communities only virtually on the Internet; that they lack representation and participation and, above all, for the first time in modern history, idols and points of reference.
Petrella’s book is an important instrument for young people because it transmits a message of hope that does not exist today. It is not inevitable that the world will continue like this. We have the instruments to change it. But to do that we have to go back to talking about values and going back to speaking with and understanding each other. In the Name of Humanity should be distributed free in schools …
Fifteen years have passed since the first meeting of the World Social Forum in Porto Alegre, where we – protagonists of different stories – gathered to denounce the unsustainability of neoliberal globalisation.
The scepticism and rejection that accompanied the WSF process have not prevented the Washington Consensus from today being just a discredited instrument of the past and the proponents of globalisation from admitting that the denunciations of the WSF had a real basis. As Petrella says, we can only emerge from the crisis with bold measures.
This book will be received as a utopia, or rather a chimera, by the beneficiaries of the current system. In 15 years time, it will be interesting to see how many will have been forced to admit that the analyses and the actions that Petrella proposes were not so far from the course of history.
Those who shoot at the stars can take heart from a Sri Lankan legend … there was a young boy who shot an arrow at the stars every night and was laughed at until one day the king organised an archery contest and that boy won because he was the one who shot furthest!

                    
Occupy movement: oproep tot revolutie

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Gracián. Geen speelbal van uw humeur zijn.

Het is een teken van grootheid nooit toe te geven aan vluchtige opwellingen. Voorzichtigheid gebiedt ons over onze gemoedstoestand na te denken, vast te stellen wat wij werkelijk willen, ons in te houden, en zelfs het tegendeel te overwegen. Zo kunnen wij op de weegschaal van het gezond verstand spontaniteit tegen bedachtzaamheid afwegen. Zelfkennis is het begin van zelfverbetering.

zelfkennis…

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Omarm jezelf

                  

Dit is de titel van een recent boek van Ton Roumen dat de waarheid behandelt van dat zelfrespect, zelfwaardering en eigenliefde essentieel zijn voor een goed leven, voor zichzelf en voor anderen.


Ik citeer hieronder een extract van zijn fantastische ‘compassiemeditatie’, bladzijde 38:


‘Ik adem in, ik adem uit
Ik ontspan mijn hart
Mijn hart is een licht dat straalt en mijn hele wezen verlicht
In mijn hart voel ik liefde, ik ben liefde
Ik veranker mijn hart in liefde en laat die stromen
Ik laat me door liefde openen, liefde die heelt
Ik ben liefde, vrede en licht
Liefde is het enige wat er echt toe doet in het leven, in mijn leven
Vanuit mijn hart en heel mijn wezen geef ik liefde aan wie haar wil aanvaarden
Liefde verbindt me met het oneindige, met God en opent mijn hart’

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Gracián. De goede afloop in het oog houden

Sommige mensen schenken meer aandacht aan een strenge werkmethode dan een succesvol resultaat. Toch zal de oneer van de mislukking altijd zwaarder wegen dan de waardering voor de toewijding. Wie wint hoeft geen verantwoording af te leggen. De buitenwereld heeft geen oog voor de toedracht, alleen voor het goede of slechte resultaat. Daardoor verliest men nooit aanzien als men in zijn opzet slaagt. Een goede afloop geeft glans aan het geheel, hoe ondoelmatig de gebruikte middelen ook leken. Als een goede afloop niet volgens de regels van de kunst valt te bereiken, is het soms de kunst juist tegen deze regels in te gaan

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Gracián. Bedachtzaamheid betekent meer zekerheid.

natuur, vruchtbaar voor bedachtzaamheid

Wat goed wordt afgehandeld, is vlug genoeg afgehandeld. Een snel opgetrokken bouwsel wordt snel gesloopt. Wat oneindig lang dient te duren, vergt echter langdurige arbeid. Men moet uitsluitend naar volmaaktheid streven; alleen deze is duurzaam. Intelligentie die gepaard gaat met grondigheid leidt tot onsterfelijke scheppingen. Wat van veel waarde is , kost veel; het edelste metaal (goud) is immers ook het zwaarste en heeft het hoogste smeltpunt.Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Hebzucht en andere ondeugden

                    

Recentelijk zijn er enkele interessante studies verschenen over de bovengenoemde menselijke kwaliteit van hebzucht. Allereerst is er de dissertatie van Terri Seuntjes ‘ The Psychology of Greed’. Meer recent nog is er het boek van Jeroen Linssen ‘Hebzucht. Een filosofische geschiedenis van de inhaligheid’. Verder wordt de ‘ondeugd’ van de hebzucht ook behandeld in het eerdere boek van ‘Deadly Vices’ van Gabriele Taylor. Om te zien of er iets aan de negatieve kanten van hebzucht te doen valt, hebben we het recent uitgekomen boek ‘The Power of Character Strengths’ van Ryan Niemiec en Robert McGrath geconsulteerd. Dit gaat over de bevordering van zes deugden , onderverdeeld in 24 karaktersterktes, waarvan matigheid er één is. Jeroen Linssen geeft een breed filosofisch beeld van de ontwikkeling van hebzucht sinds de Oudheuid. Terri Seuntjes benadert het fenomeen hebzucht als een persoonlijkheidskenmerk van de kant van individuen en groepen. Gabriele Taylor bespreekt de ondeugden als groep, waaronder ook hebzucht. Tenslotte hebben de Amerikanen een suggestie hoe je de negatieve kanten van de ondeugden concreet kunt bestrijden. Deze werken zijn samen behulpzaam in de promotie voor deugdvorming. Dit in de veronderstelling dat om het gedrag van de mens te verbeteren je niet alleen de deugden moet promoten maar tegelijkertijd ook de ondeugden moet bestrijden, en dat in een integrale benadering.
Jeroen Linssen geeft in zijn boek ‘Hebzucht’ aan dat in de Oudheid en de Middeleeuwen het oordeel over ongebreidelde bezitsdrang negatief was.
In de middeleeuwen werd het denken over hebzucht gevoed door wat erover in de Bijbel stond. Met name dat het zondig was, de op één na ergste zonde zelfs, na die van hoogmoed. Je mocht wel ambachtelijk verdienen, een product maken en verkopen, maar dat negatieve oordeel kleefde wel aan de handel. Je werd verondersteld geen winst te maken en geen rente te vragen. Het laatste stond gelijk aan woeker. In de islam is rente vragen nog steeds omstreden, zo niet verboden. Om de hel te vermijden, moesten woekeraars het toegeëigende geld teruggeven en berouw tonen.
De opkomst van de geldeconomie tussen 1000 en 1300 dwong de samenleving tot gematigder opvattingen over hebzucht. Vanwege de toegenomen handel werden er toch winsten gemaakt. Maar dit werd door de kerkelijke autoriteiten niet goedgekeurd. In de twaalfde en dertiende eeuw lieten rijkaards daarom vaak in hun testament opnemen dat hun erfgenamen de opbrengsten van woekeren moesten teruggeven, of gebruiken om hun ziel te redden. De kerk opende nog een andere deur naar de redding door een nieuwe afdeling toe te voegen aan het hiernamaals. Naast het paradijs en de hemel kwam er het vagevuur, waar mensen niet eeuwig maar slechts tijdelijk waren verdoemd.
Onder invloed van het calvinisme werden ook de opvattingen over het maken van winst bijgesteld. Na de Middeleeuwen werd hebzucht door filosofen vaak gezien als een afleidingsmanoeuvre voor oorlog voeren. Door vorsten over te halen zich in de handel te begeven, dus hebzuchtig te worden, zouden ze minder tijd overhouden voor hun oorlogszucht. Ook heden ten dage worden agressieve geopolitieke impulsen van politici afgeremd door economische belangen
De echte omslag kwam toen afscheid genomen werd van het idee dat wanneer de een winst maakt de ander verliest, het zero-sum-game. De bekende econoom Adam Smith praatte op een sublieme manier de hebzucht – het eigenbelang – van de enkeling goed, omdat een onzichtbare hand het welzijn van iedereen zou bevorderen. Hebzucht werd daarmee omgevormd tot de motor van de economie.
Linssen spreekt van een langzame normalisering van de hebzucht daarna. De zware zonde van weleer is een zegenrijk instrument geworden. En er kwamen eufemismen zoals ‘welbegrepen eigenbelang’, ambitie en passie.
Het is in onze cultuur steeds moeilijker niet hebzuchtig te zijn want we worden geacht ondernemer van ons eigen leven te zijn, net zoals dat ook van instellingen wordt gevraagd. Een wereld die de nadruk legt op vooruitgang en presteren lijkt het goed te kunnen vinden met de ‘hebzucht’. De Kerk heeft in de 19de eeuw het verbod op rente afgeschaft en nog niet zo lang geleden het vagevuur. De auteur verwacht dat de politiek de dominantie van de hebzucht niet teniet kan doen. Toch zal de hebzucht gedempt dienen te worden als we de aarde niet willen overbelasten met onze verlangens naar een uitgebreid pakket van materiële zaken.

Terri Seuntjes

Terri Seuntjes definieert hebzucht als een onverzadigbaar verlangen naar meer. De definitie heeft twee delen: allereerst ontevredenheid met wat men heeft en ten tweede, als men krijgt wat men begeert, blijft het verlangen naar meer bestaan.
Als onderdeel van haar studie heeft Seuntjes een gevalideerde ‘hebzucht-schaal’ ontwikkeld om de inhaligheid van Nederlanders te meten. Gemiddeld scoort de Nederlander 2.8 op een schaal van 1 tot 5. De enquête is ingevuld door zo’n 100.000 personen in het kader van een groot salarisonderzoek.
Het onderzoek heeft de volgende bevindingen opgeleverd:

  • De verschillen tussen individuen zijn groot. Ook tussen beroepsgroepen. De meest hebzuchtigen zitten in de olie-industrie. De makelaardij staat op nummer twee, bankiers en verzekeraars op drie, de handel op vier. De minst hebzuchtigen zitten in de sectoren onderwijs, onderzoek en gezondheid.
  • Jongeren zijn over het algemeen hebzuchtiger dan ouderen.
  • Er is weinig steun voor de hypothese dat mannen hebzuchtiger zijn dan vrouwen.
  • De meeste religieuze geschriften veroordelen hebzucht. Niet-religieuzen zijn in het algemeen hebzuchtiger dan leden van een religieuze gemeenschap.
  • Mensen op de rechtervleugel van het politieke firmament zijn hebzuchtiger dan op de linkervleugel
  • Hebzucht wordt vaak gezien als een belangrijk motief in financiële zaken. Hebzuchtige personen hebben aan de ene kant een hoger maandelijks inkomen, maar aan de andere kant geven ze meer geld uit; ze hebben ook kleinere besparingen en grotere schulden.
  • Hebzuchtigen komen er makkelijker toe om te liegen in hun eigen voordeel of om zich te laten omkopen. Ze bedriegen ook makkelijker hun partner.
  • Hebzuchtigen hebben een zwakkere zelfdiscipline en zijn vaker jaloers en materialistisch.
  • Een andere hebzucht schaal (VAVS) constateerde een correlatie met andere ondeugden, evenals met Macchiavellisme, narcisme en psychopathie.
  • Terwijl de wens naar materiële bezittingen de kern van de hebzucht vormt, kan hebzucht zich ook uitstrekken naar andere behoeften zoals macht, status, eten en seks. Hebzucht is geassocieerd met jaloezie als men het gewenste bij anderen ziet en ambieert
  • Hebzucht omvat zowel de behoefte om te krijgen als om dingen vast te houden, maar verwerving is belangrijker dan retentie, zoals gierigheid en spaarzaamheid.
  • Hebzucht differentieert zich naar gelang behoefte aan verschillende zaken, bijvoorbeeld voor de vrouw kleren, voor de man partners.
  • De situatie waarin men zich bevindt kan invloed hebben op de sterkte van de hebzucht want deze kan min of meer verleidelijk zijn. Schaarste van een gewenst goed kan de gevoelde behoefte eraan doen stijgen
  • Huidige sociaaleconomische status en rijkdom of armoede spelen geen rol in de mate van hebzucht; jeugdarmoede daarentegen leidt tot een hogere score op de hebzuchtschaal.
  • Hebzucht vergroot de kans op ‘tunnel-visie’ en het zich niet bekommeren om anderen.

Hebzucht, concludeert het onderzoek, is op zichzelf niet slecht. Hebzucht kan nuttig zijn in bepaalde situaties en niet nuttig in andere. Hebzucht geassocieerd met de behoefte om iets te hebben kan initiatief en ondernemingslust stimuleren. Hebzucht kan niet alleen voordelen voor de bezitter ervan hebben maar ook voor de maatschappij in het algemeen. Het is de motor van ons economische systeem. In het communistische systeem lag dat anders, maar dat heeft de aanval van het hebzuchtige westerse model niet overleefd.
Uitzonderlijk hebberig te zijn is niet goed, maar helemaal niet hebberig te zijn is niet noodzakelijk beter. Te weinig ambitie of verlangens kan tot geringere prestaties en tot verveling leiden. De sleutel tot een gelukkig leven schijnt te bestaan uit een goede balans tussen meer willen hebben en te weten wanneer het genoeg is. Inhalerige personen hebben wensen die niet in vervulling kunnen gaan. Ze zijn gericht op productiviteit maar schijnen niet gelukkiger te zijn. Ze hebben minder zelfachting en een lagere levensvoldoening Hebzuchtigen werken harder, hebben meer inkomen en schijnen rijkdom te willen maximaliseren, maar niet noodzakelijk hun welzijn. Rijkelui genieten minder van positieve emoties, wat op zijn beurt tot minder geluk leidt. Een gevolg ook van de prioriteiten die men in het leven stelt.

Gabriele Taylor in haar boek ‘Deadly Vices’ besteedt aandacht aan het complete gamma van de ondeugden. Die zijn van christelijke oorsprong en bestaan uit de volgende zeven: luiheid, afgunst, hebzucht, hoogmoed, woede, wellust en vraatzucht.
Alle ondeugden richten zich primair op het eigen ik en haar positie in de wereld. Ze zijn allemaal destructief en verhinderen het floreren van het zelf.
Er zijn gradaties van ondeugden; ze zijn een onderdeel van het complexe fenomeen ‘karakter’ met alle consequenties van dien. Deugden reduceren en ontwrichten de visie van degenen die in de greep van de ondeugden zijn en ze zijn daarbij instrumenteel in het belemmeren van de bloei van de persoon.
Een bepaalde ondeugd kan een andere schadelijke karaktertrek veranderen, bijvoorbeeld hoogmoed kan gierigheid of lafheid voorkomen of verminderen. Linssen constateert dat de beoefening van de hebzucht de welvaart tot stand heeft gebracht en gevoelens van agressie heeft voorkomen of verminderd.
Taylor zegt dat hebzucht onbegrensd verlangen kent. Oorspronkelijk was de zonde van de hebzucht een buitengewone voorliefde voor rijkdom en de macht die daaruit voortvloeit. Hebzucht is niet beperkt tot de wereld van materiële bezittingen. Taylor en Seuntjes constateren beiden dat hebzucht diverse vormen kan aannemen zoals gierigheid en verkwisting met als gemeenschappelijk kenmerk een ‘onredelijke’ houding ten aanzien van geld of materiële bezittingen. Wellust en vraatzucht zijn een zekere vorm van hebzucht. Afgunst is een specifieke vorm van hebzucht. Onder de ondeugden is feitelijk alleen de luiheid vrij van hebzucht.
De ondeugden vertonen structurele overeenkomsten. Als men in de grip van één is, is het waarschijnlijk dat men ook geraakt wordt door andere ondeugden. De gierigaards zijn in de grip van een overweldigende behoefte aan zekerheid. Zij zijn hebzuchtig omdat ze hun schat willen behouden en vergroten. De meeste hoogmoedigen zijn hebzuchtig in de zin dat ze meer behoefte aan bewondering en vleierij hebben.
Matigheid kan gezien worden als een correctie op alle vormen van hebzucht, inclusief behoeftes aan waardering, macht, applaus of onafhankelijkheid. Matigheid, kuisheid, geduld en ijver zijn, samen met ‘moed’, de deugden die het zelf betreffen en de ’corrigerende’ groep van deugden vormen. Matigheid en alle andere deugden van het egocentrische of ‘corrigerende’ type zijn niet primair van toepassing op specifieke gedragingen maar eerder op de het algehele levensperspectief van de betrokkene. Het bezit van matigheid brengt niet alleen het bezit van de ‘corrigerende ’deugden, maar zal ook andere deugden met zich brengen.
Onze rede is de basis voor de controle van onze passies. Volgens deze zienswijze is zelfdiscipline een belangrijke deugd en is verstandelijke zorgzaamheid een beweging tegen egocentrisme.
De lijst van ondeugden is al eeuwen goud en heeft de tand des tijds goed doorstaan. Hoewel de zwaarte van de ondeugden sterk is gereduceerd is het alsnog mogelijk dat de ondeugden bepaalde personen sterk in hun greep hebben.

Karaktersterktes.

The Power of Character Strengths sluit hier op aan. De karaktersterkte die we speciaal op het oog hebben is die van zelfregulering (self-regulation) die ons beschermt tegen een ongedisciplineerd leven. Ze is één van de vier karaktersterktes onder de deugd Matiging (Temperance) van deze wetenschappelijke deugdclassificatie. De andere drie sterktes zijn: vergeving, nederigheid en voorzichtigheid.
Zelfregulering is een complexe karaktersterke. Ze heeft te maken met het onder controle houden van je begeertes en emoties en het reguleren van wat je doet. Zelfregulering helpt om een gevoel van evenwicht, orde en vooruitgang in het leven te houden. De mantra van de zelfregulerende persoon is dat je weet wanneer ‘genoeg, genoeg is’. Wanneer je op je best in zelfregulering bent, oefen je discipline en controle uit op je leefgewoontes, emoties en impulsen, terwijl je jezelf toestaat spontane pleziertjes te hebben en redelijk flexibel te blijven in je dagelijkse routine.
Een centraal element van zelfregulering is gedisciplineerd zijn, d.w.z. gepaste beslissingen maken over wat je eet, drinkt en in het algemeen consumeert, evenals je niveau van activiteit. Zelfregulering kan op diverse manieren plaatsvinden. Naast het regelen van je gewoontes, gedrag, impulsen en emoties, kun je ook je aandacht beheersen, bijvoorbeeld door mindfulness.
De vijand van zelfregulering is zoiets als ‘uitstel discount’ dat plaats vindt wanneer de betrokkene een beter lange termijn resultaat opoffert voor een meer onmiddellijk resultaat.
Zelfregulering is waardevol om meerdere redenen, zoals minder zorg en depressie, sterkere emotionele controle, betere prestaties op velerlei terreinen, betere persoonlijke aanpassing, een groter gevoel van zelfacceptatie en zelfachting in relaties en, niet het geringste voordeel, het voorkomen en beheersen van verslavingen. Zelfregulering kun je volgens het boek versterken door bezinning over een aantal vragen, zoals wat zijn je best gereguleerde levensterreinen en de redenen daarvoor, welke gebieden in je leven zouden er wel bij varen als je meer zelfcontrole uitoefende; en de reacties van anderen op je zelfregulering.
Het schijnt ook leerzaam te zijn deze karaktertrek bij anderen te identificeren en er met hen over te praten. Het boek geeft aanwijzingen hoe je stappen kunt nemen in je contacten, op het werk, in je omgeving en voor jezelf. Bij het laatste bijvoorbeeld kun je je dagelijks leven effectiever organiseren, een betere manier vinden om je werkplek in te richten of je voorbereidingen voor de dag te treffen. En vervolgens dit organisatieprincipe toepassen op steeds bredere onderwerpen.
Je kunt zelfregulering te weinig of teveel toepassen. Een chronisch ondergebruik staat centraal voor een groot aantal persoonlijke en sociale problemen waar mensen mee worstelen. Veel mensen maken te weinig gebruik van zelfregulering in één of meer van de volgende: seksuele verlangens, geld, eten, drinken, werken, lichamelijke oefening, concentratie, emoties, impulsen en lichaamshouding. Zelfregulering werkt als een spier – hij kan vermoeid worden door overmatig gebruik in minder dan zeven minuten. Het is ook en spier die versterkt kan worden door oefening.
Je kunt ook teveel reguleren. Personen die dat doen beheersen zichzelf teveel en kunnen iedere stap van hun leven controleren. Ze zijn geremd en onvoldoende flexibel. Hun overmatig gebruik van discipline kan obsessief worden en hun persoonlijke relaties danig verstoreWe komen hier nog even terug op Gabriele Taylor en haar ideeën omtrent de bestrijding van de ondeugden. In de houding tegenover zichzelf gedragen de ondeugdzamen zich op een schadelijke manier. Ze zijn in diverse vormen en gradaties morele solipsisten. Hun zelf-preoccupatie wordt aangevuld door onverschilligheid tegenover anderen
Zichzelf genezen vereist de verwijdering van de onverschilligheid ten aanzien van anderen. De ondeugdzamen hebben geen waardering voor zichzelf. Zij ontbreken zelfachting, zelfrespect en waarschijnlijk eigenliefde. Dit zijn geneeskrachtige deugden die ze nodig hebben. Maar om deze tot op een beperkt niveau eigen te zijn, dienen ze van hun solipsistische houding af te komen. Er is daarbij ook zelftranscendentie nodig. Bewustzijn en gevoelens zijn transcendent als hun focus op iets anders gericht is dan het eigen ik. Het vraagt op zijn minst een verschuiving in het gezichtspunt weg van het zelf.
Basis-sympathie, de capaciteit om de ander gewaar te worden, is noodzakelijk voor het voorkomen van moreel solipsisme. Basissympathie voor de ander is nodig voor het bezit van een zichzelf-genezende deugd. Het is liefde die een prominente kandidaat is voor de status van een genezende deugd. De rol van de liefde is hoogst relevant vanwege de doctrine dat deugden geperverteerde liefde in diverse vormen zijn. Liefde volgens de filosoof Kant heft het isolement op dat het gevolg is van geheel op het eigen gerichte gevoelens.
Zowel liefde voor een ander en ware eigenliefde zijn geneeskrachtige deugden, maar het is eigenliefde die het meest relevant is voor de ondeugdzamen. Daarbij is eigenwaarde het belangrijkste, een eigenwaarde die tenminste een graad van relatieve objectiviteit heeft. Zelfachting maakt het overbodig continu naar zelfbescherming te zoeken waartoe ondeugdzamen zijn veroordeeld. Door de behoefte aan zelfbescherming re verminderen is er een geringere behoefte aan een web van zelfbedrog waarin ondeugdzamen zijn verstrikt.

Van ondeugd naar deugd via liefde

Zoals Linssen het in ‘Hebzucht’ aangeeft heeft de ondeugd van de hebzucht zijn scherpe kanten verloren. De eerdere ondeugd is deels deugd maatschappelijk deugdzaam geworden. Ook, zegt hij, zijn andere hoofdzonden hun scherpe kantjes kwijtgeraakt. Wellust is amper nog een gangbare term en de seksualiteit is sinds de jaren zestig van de vorige eeuw tot vollere bloei gekomen. Dat was ook wel nodig, en nog, omdat de Kerk seksualiteit vooral als een voortplantingsfenomeen heeft gezien en niet als expressie van diep wederzijds verlangen. Hetzelfde geldt voor hoogmoed. Het was lange tijd de hoofdzonde omdat men geen concurrent van God kon zijn. Maar de hedendaagse cultuur vraagt dat men zich zo sterk mogelijk ontplooit. In onze maatschappij worden kinderen met veel zorg en liefde opgevoed en zijn de omgangsvormen doorgaans positief, zelfs vriendelijk. Minder kans dus voor de ondeugden die volgens Dante een vorm van gedegenereerde liefde zouden zijn.Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Karakterontwikkeling

                               
                                

In diverse blogs hebben we ‘Values in Action’ (VIA) genoemd, een op de wetenschap gebaseerd karakter en sterkekanten systeem, ontworpen door de Amerikaanse positieve psychologen Martin Seligman en Christopher Peterson. Een onderdeel van die benadering bestaat uit een questionnaire, die je zonder vergoeding kunt invullen en die jouw zes deugden, onderverdeeld in 24 karaktersterktes, kan vaststellen; zie hiervoor: www.viacharacter.org. Om zoveel mogelijk profijt van het beneden besproken boek te hebben, is het een aanrader die test af te nemen en je 24 karaktersterktes te leren kennen.


Karaktersterktes kunnen ontwikkeld worden. Er zijn diverse programma’s en activiteiten voor de VIA-deugdontwikkeling. Afgelopen februari verscheen een officiële handleiding van het VIA Institute on Character onder de titel ‘The Power of Character Strengths: Appreciate and Ignite Your Positive Personality’. Het is geschreven door de VIA-deskundigen Ryan M. Niemiec en Robert McGrath.

Na interessante eigen introducties van de auteurs en hun sterke kanten is er een ‘Note to the Reader’. Dat stelt dat de unieke benadering van dit boek gaat over wat het beste in je is – je talrijke karaktersterktes. Het boek geeft een recept voor investeringen in jezelf en probeert theorie en praktijk in evenwicht te houden. Het bestaat uit drie delen. Het eerste deel geeft een introductie in het VIA karaktersysteem– de kernbegrippen, waarom het belangrijk is in het algemeen en waarom het voor jou belangrijk kan zijn. Het tweede en veruit grootste deel beschrijft het wat, waarom en hoe van ieder van de 24 karaktersterktes. Het derde deel van het boek beschrijft de Strengths Builder (sterkekantenontwikkelaar). Het is een praktisch gericht, wetenschappelijk gebaseerd, vier weken durend programma voor het verder ontwikkelen van je karaktersterktes met als uiteindelijk doel jezelf te doen floreren.

Je kunt in deel 2 in willekeurige volgorde de diverse karaktersterktes napluizen.
Voor iedere sterkekant zijn er de volgende secties

Wat je moet weten over de betrokken sterkte

Waarom die sterkte zo waardevol is

Vragen over hoe je de betrokken sterkte bij jou zou kunnen doen ontluiken/bevorderen.

Het identificeren van de sterkte (presentatie door een ervaringsdeskundige)

Talrijke suggesties over hoe je deze sterkte kunt ontwikkelen (in je sociale contacten, op je werk, in je omgeving en voor jezelf). Belangrijk deel van de aanpak.

Evenwichtig gebruik van de sterkekant (teveel of te gering gebruik ervan; met presentatie van overmatige ervaringsdeskundige)

Hoe gebruik je deze sterkekant optimaal.

Alles bij elkaar beslaat de behandeling van iedere sterke kant tussen de vijf en de tien bladzijden
Je kunt het programma individueel volgen, maar de auteurs raden aan het eventueel met anderen te doen

Martin Seligman, Vader van de positieve psychologie

Karakter is een veelvoudig begrip. Mensen hebben een grote variëteit aan karaktersterktes en ieder heeft meerdere sterktes tegelijk. In feite hebben we allemaal een verschillend karakterprofiel. Vooral als het je top karaktersterktes betreft, waarvan iedereen er gemiddeld zo’n vijf (van de 24) heeft. Deze topsterktes zijn essentieel voor jou als persoon, je gebruikt ze moeiteloos en ze stimuleren je. Ieder van de 24 karaktersterktes doet er toe en ieder helpt ons op een verschillende manier om welzijn te scheppen, relaties aan te gaan, met stress om te gaan en onze doeleinden te bereiken.
Het identificeren van karaktertrekken bij anderen wordt aangegeven als bijzonder leerzaam te zijn.

De zes deugden en de 24 karaktersterktes (tussen haakjes) zijn de volgende:

  • Wijsheid (creativiteit, nieuwsgierigheid, oordeel, leergierigheid, perspectief)
  • Moed (dapperheid, volharding, eerlijkheid, enthousiasme)
  • Menselijkheid (liefde, vriendelijkheid, sociale intelligentie)
  • Rechtvaardigheid (teamwork, billijkheid, leiderschap)
  • Maat (vergeving, bescheidenheid, voorzichtigheid, zelfcontrole)
  • Transcendentie (waardering van schoonheid en uitmuntendheid, dankbaarheid, hoop, humor, spiritualiteit).

Deel 3, de Strengthsfinder, bestaat uit vier stappen, die ieder ongeveer een week kunnen duren:

  • Het herkennen en waarderen van sterkekanten in anderen.
  • Onderzoek en gebruik van je top karaktersterktes
  • Het toepassen van je sterktes op levensuitdagingen
  • Je sterktes tot een gewoonte maken

Dit boek, in het Engels, is in eenvoudige, duidelijke taal geschreven en ik denk goed te volgen door gevorderden in Engels. Je kunt tegelijkertijd je kennis van de Engelse taal vergroten, een uitdaging voor de karaktersterkte ‘leergierigheid’.
In een volgende blog zullen we ‘creativiteit’ als voorbeeld nemen van hoe dit voor alle 24 karaktersterktes in deel 2 is aangepakt.

een vorm van creativiteit

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Gracián. Moed tonen wanneer dit wenselijk is

             

Zelfs hazen plukken aan de manen van een dode leeuw. Met dapperheid valt niet te spotten. Een moeilijkheid die u meteen overwint, kost evenveel inspanning als een late overwinning en heeft meer waarde.* Zedelijke moed staat hoger dan lichamelijke moed. Hij is te vergelijken met een degen, en bevindt zich altijd in de schede van de wijsheid, klaar voor het gevaar, als beschermer van uw persoonlijkheid. Zedelijke zwakheid brengt meer schade teweeg dan lichamelijk verval.
Er zijn veel mensen geweest met buitengewone eigenschappen, die als doden hebben geleefd, levend begraven door hun onvermogen voor zichzelf op te komen. Het is geen toeval dat de oplettende natuur de zoetheid van de honing van de bij liet samengaan met de scherpte van de angel. Het lichaam bevat zenuwen en beenderen: ook de geest moet niet een en al zachtheid zijn.

• N.B. Heeft ook het voordeel minder tijd en gedachten aan een probleem te hoeven besteden (Deugwel)Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Gracián. Toegewijd en intelligent

Wat het verstand grondig heeft uitgedacht. Wordt door de toewijding uitgevoerd. Haast is een eigenschap van domme mensen: omdat zij het gevaar niet zien, gaan zij zonder nadenken tot handelen over. Wijze mensen daarentegen maken eerder de fout te traag te zijn: besef van gevaat leidt tot bedachtzaamheid. Het komt voor dat een goed bedacht plan mislukt door een trage uitvoering ervan. Doortastendheid is de moeder van het fortuin. Wie niets aan de dag van morgen overlaat verricht veel wek. Haast u langzaam was een keizerlijke lijfspreuk.

N.B. Het is passend hier ook het gezegde over doortastendheid toe te voegen wat aan Goethe wordt toegeschreven:
‘Wat je kunt of wat je droomt dat je kunt, begin eraan. Doortastendheid bezit genialiteit, kracht en magie. Begin nu!’Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Ordinary virtues

                                               

Recently I came across the book from Michael Ignatieff ‘Ordinary Virtues’. It was written in connection with the Carnegie Centennial Project that commemorated a $ 2 million gift in 1914 by the American steel magnate Andrew Carnegie to Church Peace Union, a group of global religions, with the purpose of advocating jointly international peace. Carnegie was very active in the area of world peace; he financed, among others, the construction of the peace palaces in The Hague and in Geneva.
I was interested in this book for two reasons, firstly because it dealt with virtues, and comes therefore in the orbit of this website. The second reason is that it talks about moral globalization and world ethics. It describes the virtues that people in dire circumstances successfully employ to face their challenging situations. As we maintain a Twitter account on world ethics, we felt it would be useful to refer Twitter followers to this blog. The blog itself is mainly a summary/anthology from Ignatieff’s book. The opinions expressed are there fore his.
Church Peace Union, to which Carnegie bequeathed the gift in 1914, metamorphosed over one hundred years into the Carnegie Council for Ethics in International Affairs. The Carnegie Centennial Project was to commemorate the illusions about moral progress that gave rise to Carnegie’s bequest, as well as to investigate what moral globalization looks like in this century.
A team was set up to visit four continents over three years (focus of visit between parentheses) which covered two places in the United States, Jackson Heights, New York (diversity ) and Los Angeles (the moral operating systems of global cities) as well as Rio de Janeiro (order, corruption and public trust ), South Africa (after the rainbow), Myanmar (politics of moral narrative), Bosnia (war and reconciliation) and Fukushima (resilience and the unimaginable).

                         ---------------

It had been Carnegie’s hope that economic progress would bring about moral convergence among the world’s religions and value systems. While not insignificant, and there are currently several global organizations in this domain, the role of religion in peacemaking has been less significant than was originally anticipated. This project found that religion still matters, as consolation, inspiration and guide, but new secular patterns of belief have been developing. Human rights figures as a possible candidate for a new global ethic. One of the objectives of the study was to see how far this human rights ethics had spread and how the battle between the local and the universal, the contextual and the global did play out in the moral lives of ordinary people.
The book states that our new moral problem is how people from hundreds of different origins, histories, faiths and religions can create shared moral operating systems.
The first of the new entrepreneurs of moral globalization are the executives of the multinational corporations. The second group of entrepreneurs are the advocates, activists and NGO’s seeking to moralize the ‘cash nexus’, of which the UN Global Compact is an example.
The language that since 1945 has come to frame these global debates, e.g. refugees and development aid, is human rights. For the first time, the rights of individuals have been recognized by the international state system. No other language of the human good has proved so influential, in large part because the language addresses every single human being alive as a sovereign individual.
Since 1945, the human rights consciousness, once confined to religious egalitarians, revolutionaries and anti-slavery campaigners, has come to shape the moral thinking of billions of people around the world. Moral globalization, when considered as a long struggle for equality, has resulted everywhere where the team went, in a new norm of equal voice.
So equality of voice and moral choice as an individual responsibility were the two new expectations the team observed everywhere. Equality in law and ethics may be the norm in constitutions and moral discourse alike. This is the great achievement of Mrs. Roosevelt’s revolution, but it left most of the interlocutors restless, uncertain and unsatisfied with the result. For there is a dialectic of insatiability at work here. The moral equality already achieved shows up the inequalities of privilege, power, income and fate that remain.

Jackson Heights, NY, diversity

In addition to vernacularization of human rights and international humanitarian law, a third language, environmentalism, has been put into play to rally local struggles around the common battle to save the planet. To these secular languages – human rights, humanitarian law, and environmentalism – should be added a fourth: the religious languages of global solidarity. These then are the agents, old and new, – secular, religious, academic, and activist – who are fighting it out to define which language of moral globalization will shape the characteristic virtues of our age.
As a politics, the one-world moral perspective of human rights has been making limited headway among populations. Research has confirmed that human rights remains an ‘elite discourse’, the lingua franca of an influential, but thinly spread stratum of educated, middle and upper class intellectuals, university teachers, etc.
Global ethicists attribute the limited success of a global ethic to selfish national interests. Yet the problem runs deeper, says Ordinary Virtues. Globalization has sharpened, not weakened, the conflict between universal principles and democratic self-rule. Citizens in most democracies believe that their own interests, democratically chosen, ought to prevail over the interests of peoples in other countries.
How do these momentous clashes, between religious and secular principles, environment and profit, local tradition and universal rights, play out in the day-to-day lives of ordinary people?
The book refers here to the ‘ordinary virtues’ because these virtues – trust, honesty, politeness, tolerance, respect, forgiveness, reconciliation, and resilience – emerged as the common thread through all the dialogues and the operating system of every community visited. By ordinary virtues Ignatieff means commonplace and everyday as opposed to heroic and exceptional. By ordinary he also means non-reflexive and unthinking as opposed to purposive and rationally justified. Virtue is for him a life skill, a practice acquired through experience rather than an exercise of moral judgment or an act of deliberative thought.
What is common to human beings, the team found, is virtue, defined as acquired practical skills in moral conduct and discernment, not shared values as such. Instead of using available universals, people encountered simply thought to practice the ordinary virtues, as best they could in daily life. These exercises in moral justification were not abstract and theoretical, but intensely practical, contextual and local. Ordinary virtue – local, contextual, nonideological, antitheoretical – turned out to be the moral operating system of hyper-diverse cities as well as smaller communities. The term ‘moral operating system’ is used in a metaphorical sense to capture the tacit, implicit character of the ordinary virtues, plus the sense that the moral order they create becomes a shared public good, like open source code, used by all but neither authored nor possessed by a single person.
Among the very poor, human rights and global ethics were terms most had never heard of. Abstractions of any sort – and human rights is one- were of little use to these people
Ordinary virtue does not generalize. It does not forget or ignore difference; does not pay much attention to the human beneath all our diversity; is not much interested in ethical consistency; works to live and let live as an organizing assumption in dealings with others, but retreats to loyalty toward one’s own when threatened; is anti-ideological and antipolitical; favors family and friends over strangers and other citizens; is hopeful about life without much of a metaphysics about the future and is often surprised by its own resilience in the face of adversity; believes, finally, that ethics is not an abstraction but just what you do and how you live, and that displaying the virtues, as best you can, is the point and purpose of a human life.
Ordinary virtue is a struggle with the ordinary vices: greed, lust, envy and hatred. Ordinary virtue can prove helpless in the face of extraordinary vice like terrorism. But when the crisis of violence and brutality passes, it is the ordinary virtues that do the rebuilding, that reform the networks of trust and resilience, without which ordinary life cannot continue.
Good institutions can give courage to virtue and inspire an upward spiral toward repair and renewal. There is a dynamic relationship between institutions and the ordinary virtues, like interethnic trust, tolerance and accommodation. On their journey the team witnessed downward spirals in the relation between virtue and institutions, evidence that good institutions cannot save a republic when its elites turn vicious and predatory and if the broad mass of an electorate colludes in their rapacity. They also found that the converse is true: good institutions, when supported by citizens of virtue, can stop the elites’ downward spiral into predatory self-dealing. The test of public institutions is whether they make it possible for us to behave decently toward each other. Ordinary virtue in private life is dependent on trustworthy public institutions. It is easier for the ordinary virtues to flourish in conditions of liberal freedom: where there is consent of the governed, rule of law, an independent judiciary, freedom of assembly and expression, majority rule and minority rights and competitive markets. Just as ordinary virtue is in constant struggle with the ordinary vices, so liberal institutions are constantly at risk from corruption, predation, and abuse.

A moral operating system for Los Angeles!?

Ethics can be modelled as an operating system because, like software, it guarantees the predictability necessary for stable human interactions. The most important condition for predictability is security: interactions that are free from violence. Without security, trust between strangers is impossible. In an age of fear, the ordinary virtues can’t function without security, and it is doubtful that human rights can turn back this tide; the sovereign returns and the universal loses its grip, not just on rulers, but also on those they rule.
A moral operating system is a collective social invention made possible by the reinforcing interaction between public institutions and the moral expectations of ordinary citizens. The operating system we take for granted allows our moral behavior to feel reflexive, unconscious and, as long as things go well, unproblematic. The default settings of an operating system are not propositional, general or theoretical; human rights doesn’t come into it.
Some thin moral consensus mandating limited trust, nonviolence and a default setting in favor of cooperation, appears necessary to keep a multicultural city functioning. The consensus has to be thin because it has to be pluralist; that is it has to accommodate the fact that inhabitants live in many moral universes at once – ethnic, religious, etc.
From an ordinary virtue perspective there is no contradiction between believing that races and religions should ‘live together’ in a global city, while simultaneously choosing to live apart, but side by side, in residential communities self-segregated by race or religion. The paradox may be that living apart is what makes living together possible and it is choice in the matter that renders the arrangement legitimate and possible.

In a diverse city everyone balances primary and secondary affiliations as a matter of course. The operating system is an open system, constantly adjusting to people’s lived experience of daily life. For most people the larger questions posed by globalization, together with the larger threats and opportunities, are simply beyond their reach or grasp. Ordinary virtue is thus a strategy for making do, for getting on with life, for bracketing larger questions that do not admit of answers. This is not the politics of resignation but of resilience. It focuses on what can actually be achieved.
In a city with a healthy moral economy, moral risks are rewarded, trust is returned and basic reciprocity is strengthened. What draws immigrants to the city in the first place is the dream of equality and opportunity. In a city like Los Angeles, ordinary human beings, in billions of interactions, struggle to turn what might have degenerated into a moral jungle, into a community that everyday delivers meaning, security and prosperity to millions.

Rio de Janeiro, order, corruption and public trust

Global norms, and all their international advocates in the NGO community, don’t stand a chance of changing the political culture of a country, unless the global goes local, unless these norms find a fierce domestic constituency. Ordinary people do not generalize or systematize their thinking. A global ethic, applicable to all mankind, is essentially unimaginable and irrelevant. It is because the validity of a moral proposition for the poor does not turn, as it does for philosophers in the Kantian tradition, on whether it can be universalized or generalized. Its validity turns instead on whether it is true for them and their immediate community, whether it makes sense, even provisionally, of their specific context and situation. Keeping confrontation manageable means turning the global back into the local. Ordinary virtue means fighting the global clichés of civilizational and religious clash by creating the space to do real politics together.

South Africa, afier the rainbow
                                                    

The ultimate question in the Centennial journey, according to the author, slowly became: of the three moral systems examined: human rights, global ethics and ordinary virtues – whose authority prevails in each situation?
The team was struck, everywhere it went, by the primacy of the local. Even in a globalized world, local sources of moral life – parents and siblings, home, place of worship, the local school, if there is one, are bound to be the primary shaping force of ordinary virtues.
In turn the states that protect the people will always exert a stronger moral influence than any external source, UN, NGO or international media.
Local and global moral discourses argued from diametrically opposed ideas about the ultimate object of moral concern. For the human rights activist, for the global ethicist, the object of ultimate concern is the frail, vulnerable, universal human being. Human differences – of race, class, or situation – are secondary. The very nature of moral duty is to be impartial, to regard the distinction for example, between a citizen and a stranger as morally irrelevant. In the moral universe of the ordinary virtues, on the other hand, the citizen-stranger, the us-versus-them distinction, was the first consideration, the starting point for moral decision making. The universal human being was rarely if ever the object of ultimate concern. Human rights and the ordinary virtues are thus in tension, just as law is in tension with moral feeling. While moral globalization and ethical convergence are occurring among cosmopolitan elites, human rights as law or ethics figures little in ordinary people’s reckoning with the moral quandaries they face in everyday life. They have more immediate things to worry about than the universal.

Myanmar, politics of moral narrative

Mrs. Roosevelt assumed, as most human rights activists have always done, that human rights universalism and the ordinary virtues are complementary and mutually reinforcing. In human rights, it is assumed, that human beings recognize the universal human subject in every encounter we have with distinct human beings. This is the primary recognition that matters, there is no ‘other’; there is only us. Human rights enjoins us to be tolerant, to recognize the universal equality in all human beings. Ordinary virtue accepts no general obligation to tolerate anyone. Its motto is: ”take people one at a time’.
In the ordinary-virtue perspective, ‘otherness’ is primary. Common humanity, in this perspective, is not what we see, only difference and otherness. From the ordinary virtue perspective, the first question we ask of another human being: Is he/she one of us?
It is no surprise therefore, that what claims citizens must accord to strangers has become the most contentious issue in a globalizing world. Human rights enjoins citizens to be morally consistent and universalistic in their perspective towards strangers in danger, but ordinary virtue will always pull them towards favoring citizens close to home. The meeting point between the language of rights and the ordinary virtues is actually the language of compassion, pity and generosity, the language of gift rather than the language of rights. Canada has a good program in this regard, whereby immigrants are individually coached by private citizens. This one-to-one, family-to-family relationship has proved more successful and more enduring than state sponsorship, suggesting that states need to do as much to encourage the gift relationship as they do to respect rights obligations.
So what then might be the use of a universal ethic like human rights in a world where the moral perspective of most people is still determined by the ordinary virtues?
Human rights is best seen, according to the author, as a rational thought experiment, as a critical discourse whose purpose is to force the ordinary virtues to enlarge and expand their circle of moral concern. Just as civil rights function as a protection against the tyranny of the majority in domestic law, so international human rights function best as a challenge to majoritarian moral preference among democratic and nondemocratic states in the international arena. Human rights is the legal and moral structure that enjoins political leaders and their citizens not to give in to the exclusionary and restrictive preference of ‘us’ versus ‘them’.

Fukushima, resilience

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Gracián. Nooit overdrijven

                           

Het is heel belangrijk erop bedacht te zijn niet in overdreven bewoordingen te spreken, deels om niet het risico te lopen de waarheid geweld aan te doen, deels om ons oordeelsvermogen geen slechte reputatie te bezorgen. Een overdrijving is een verkwisting van de waardering en geeft aan hoe beperkt onze kennis en onvolkomen onze smaak is. Lof wekt nieuwsgierigheid en prikkelt het verlangen. Als nu later blijkt dat de waarde niet met de prijs overeen stemt, wat gebruikelijk is, dan keert de teleurgestelde verwachting zich tegen degene die deze opwekte, en neemt wraak door zich minachtend uit te laten over hem en wat hij aanprees.
Een wijs man is daarom terughoudend, en maakt liever de fout te weinig dan teveel te zeggen. Ongewoon goede dingen zijn zeldzaam, daarom dient men matig te zijn bij het prijzen. Overdrijven is verwant aan liegen. Door overdrijven verliest u de naam zowel over een goede smaak als gezond verstand te beschikken. Het eerste is erg; het tweede nog veel erger.

niet overdrijven

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Gracián. Uw sterke zijde kennen

Ontwikkel uw voornaamste talent en kweek de andere aan. Iedereen zou iets groots hebben bereikt als hij zijn sterke zijde had gekend. Denk daarom na over uw bijzondere eigenschappen en cultiveer ze. Sommigen hebben een uitzonderlijk scherp verstand, anderen zijn weer ongewoon moedig. De meesten doen hun gave geweld aan, en blinken daardoor nergens in uit: wat in het begin de ijdelheid streelde, wordt later door de tijd ontluisterd.

N.B. De aanbeveling om je sterkste kant(en) te ontwikkelen en daardoor indirect je andere kwaliteiten, wordt tegenwoordig ook door de positieve psychologie aangeraden, in hert bijzonder door het bekende Amerikaanse ‘Value in Action’ (VIA). U kunt via een vrijblijvende Engelstalige enquête op de website www.viacharacter.org/www/Character-Strengths uw sterke kanten leren kennen, een aanrader!Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Gracián. Een rechtschapen mens zijn

Vredespaleis, symbool van recht en rede

Men dient steeds vastberaden de partij van rede en recht te kiezen en zich niet door banale hartstochten of tiranniek geweld laten dwingen de grens van de redelijkheid te overschrijden.
Waar kan men echter zo’n wonder van rechtschapenheid vinden? Rede en recht hebben maar weinig aanhangers. Velen roemen hen weliswaar, maar niet voor eigen gebruik. Anderen volgen de weg van recht en redelijkheid tot het gevaarlijk wordt. De oneerlijken verloochenen hem dan, terwijl degenen die sluw zijn uitvluchten bedenken.

Redelijkheid en recht laten verstek gaan wanneer zij in strijd komen met vriendschap, macht of eigenbelang.


Het gevaar hiervan is dat men geneigd is te vergeten wat rechtschapenheid inhoudt. Listige mensen nemen de toevlucht tot de beproefde methode sofismen te bedenken om niet in conflict te raken met hun geweten of het belang van de staat, maar een standvastig man ziet dergelijke uitvluchten als een soort verraad. Hij hecht meer aan zijn overtuiging dan aan zijn eigenbelang, kiest steeds de zijde van de waarheid, en als hij zich van anderen afkeert is dat niet door veranderlijkheid van zijn, maar van hun kant, doordat zij als eersten de waarheid ontrouw zijn geworden.

N.B. Dit is één van de meest diepzinnige aforismen van Gracián. De cursieve zin in het midden verklaart grotendeels waarom de wereld dikwijls niet rechtvaardig of vredelievend is.Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Graciá. Kennis en zuivere bedoelingen leveren rijke resultaten op

Een goed inzicht dat gepaard gaat met kwade bedoelingen heeft in het verleden steeds tot monsterlijke ondernemingen geleid. De slechte bedoeling vergiftigt alles wat mooi is; als zij door kennis wordt bijgestaan, doet zij haar schadelijk werk nog geraffineerder. Niets is afschuwelijker dan begaafdheid die vernietiging beoogt.
Kennis zonder gezond verstand is dubbele waanzin.

N.B. Zie de positieve titel. De tekst is goed advies, ook heden ten dage!

zuivere bedoelingen

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Gracián. Inhoud en vorm

Een goede inhoud volstaat niet, ook het uiterlijk is belangrijk. Een slechte vorm bederft alles, zelfs rede en rechtvaardigheid. Als iets goed wordt gebracht, verliest een weigering haar scherpte en een waarheid haar bitterheid. Een goed verzorgd uiterlijk verfraait zelfs de ouderdom. Het hoe is van groot belang bij alles; met goede manieren steelt men de harten. Innemend gedrag geeft glans aan het leven; het haalt wonderen uit als men iets wil bereiken.

                        

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Gracián. Omgang met mensen van wie wij iets kunnen leren

Gracián

Laat de omgang met vrienden een leerschool van beschaving zijn en onze conversatie met hen verfijnd onderwijs. Wij dienen van onze vrienden leraren te maken, het nut van het leren te verenigen met het genoegen van het vriendschappelijke verkeer.
Een verstandig man is een veel gezien bezoeker van de huizen van vooraanstaande mensen, plaatsen die eerder een forum van grootheid dan paleizen van ijdelheid zijn. Er bestaan mannen, befaamd om hun wijsheid, die niet alleen zelf door hun voorbeeld en gedrag een richtsnoer voor grootheid zijn, maar bovendien zijn omringd door een uitgelezen gezelschap dat een academie van beschaving en verfijnde zeden vormt.

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws

Gracián. Zelfbeheersing bezitten.

Zelfbeheersing bezitten, een eigenschap van de hoogste zieleadel, die ons bevrijdt van de dienstbaarheid aan lage, grillige opwellingen. De beste vorm van macht is macht over uzelf en beheersing van uw emoties. Het resultaat is de triomf van de wil. En als uw emoties u meeslepen in uw huiselijk leven, dan mag dit geen invloed hebben op uw werk, en minder naarmate uw functie belangrijker is. Zo vermijdt men op een beschaafde wijze onaangenaamheden en verhoogt men zijn aanzien.

zelfbeheersing

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuwsTagsGtacián

Gracián. Een afgerond mens

              

‘Een mens wordt onvolkomen geboren. Elke dag polijst hij verder aan zijn persoonlijkheid en vaardigheden tot hij het punt heeft bereikt dat zijn deugden en talenten tot in de perfectie zijn geslepen. Tekenen hiervan zijn de welomlijndheid van de smaak, de helderheid van de redenering, de rijpheid van het oordeel, en de zuiverheid van het streven. Sommigen bereiken die perfectie nooit, altijd ontbreekt het hun nog aan iets; anderen doen er lang over. Een afgerond man, wijs in zijn uitlatingen, verstandig in zijn daden, krijgt toegang tot de uitgelezen kring van wijze mensen die hem graag daarin opnemen’.

N.B. Een waardig voorbeeld van streven naar het betere ik in de zeventiende eeuw, wat door ons navolging verdient!

waarnaar we streven …

Geplaatst opAuteuradminCategorieënnieuws